In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. I.C. van Krimpen, beroep ingesteld tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De aanleiding voor het beroep is het niet tijdig nemen van een besluit op haar aanvraag tot het verlenen van een machtiging tot voorlopig verblijf nareis asiel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn waarbinnen verweerder had moeten beslissen op de aanvraag is overschreden. Eiseres heeft verweerder rechtsgeldig in gebreke gesteld en heeft meer dan twee weken daarna beroep ingesteld, waardoor het beroep ontvankelijk en gegrond is verklaard.
De rechtbank heeft bepaald dat verweerder alsnog binnen acht weken na de uitspraak een beslissing op de aanvraag moet nemen. Indien verweerder besluit tot nader onderzoek, moet dit binnen twintig weken na de uitspraak gebeuren. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die door verweerder moet worden betaald, en het door eiseres betaalde griffierecht moet ook worden vergoed. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 418,50, rekening houdend met de wegingsfactor voor de aard van de zaak.