ECLI:NL:RBDHA:2023:15738

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 oktober 2023
Publicatiedatum
19 oktober 2023
Zaaknummer
NL 23 18091
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Kameroense eiser wegens onvoldoende onderbouwing vestigingsalternatief

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 oktober 2023 uitspraak gedaan in het beroep van een Kameroense eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser, die op 18 april 2023 asiel heeft aangevraagd, heeft zijn aanvraag onderbouwd met claims van discriminatie en geweld in zijn thuisland, specifiek gericht op de Engelssprekende minderheid in Kameroen. De staatssecretaris heeft de aanvraag echter afgewezen, stellende dat de eiser zich veilig kan vestigen in een andere stad in Kameroen, ondanks de slechte veiligheidssituatie in zijn oorspronkelijke woongebied.

De rechtbank heeft de argumenten van de eiser beoordeeld, waaronder de claim dat er onvoldoende onderzoek is gedaan naar de veiligheidssituatie in de voorgestelde vestigingsplaats. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris voldoende bewijs had geleverd dat de eiser zich in die andere stad kan vestigen, en dat de eiser niet had aangetoond dat hij daar niet veilig zou zijn. De rechtbank verwees naar eerdere rechtspraak en beleidswijzigingen van de staatssecretaris die de mogelijkheid van een vestigingsalternatief bevestigen.

Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de afwijzing van de asielaanvraag door de staatssecretaris in stand blijft. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden geraadpleegd via rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.18091

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. J.J.J. Jansen),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: R. Hopman).

Procesverloop

In het besluit van 14 juni 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser om verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen als ongegrond.
Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 13 september 2023 op een zitting behandeld. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen I. Jalloh. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiser is geboren op [geboortedatum] en heeft de Kameroense nationaliteit. Op 18 april 2023 heeft hij asiel aangevraagd in Nederland.
2. Aan zijn asielaanvraag heeft eiser het volgende ten grondslag gelegd. Vanwege oorlog heeft eiser zijn woonplaats in het noordwesten van Kameroen verlaten om te gaan wonen en studeren in [plaats], de op één na grootste stad in Kameroen. Daar werd hij gediscrimineerd omdat hij behoort tot de Engelssprekende minderheid. Daarnaast heeft eiser verklaard dat zijn familie willekeurig slachtoffer is geworden van het leger en de separatisten.
3. In het bestreden besluit heeft verweerder eisers asielaanvraag afgewezen als ongegrond op grond van artikel 31, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Verweerder heeft de door eiser gestelde nationaliteit, identiteit en herkomst geloofwaardig geacht. Ook heeft verweerder geloofwaardig geacht dat eiser in [plaats] is gediscrimineerd omdat hij tot de Engelssprekende minderheid behoort. Dit acht verweerder echter niet ernstig genoeg voor het verlenen van een asielvergunning. Eiser kan niet terugkeren naar het noordwesten van Kameroen omdat daar sprake is van een uitzonderlijk slechte veiligheidssituatie, maar hij kan zich volgens verweerder wel vestigen in [plaats].
4. Eiser voert daartegen aan dat verweerder niet voldoende heeft onderbouwd dat hij zich kan vestigen in [plaats] omdat er onvoldoende onderzoek is gedaan naar de veiligheidssituatie. Er is geen ambtsbericht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken over Kameroen. Daarnaast stelt eiser dat hij niet kan terugkeren naar Kameroen omdat terugkeerders die in het buitenland asiel hebben aangevraagd worden gezien als opposant en te maken krijgen met vervolging. Hierbij verwijst eiser naar informatie van Human Rights Watch en Vluchtelingenwerk Nederland.
De rechtbank oordeelt als volgt.
5. Op grond van artikel 3.37d van het Voorschrift Vreemdelingen en volgens onderdeel C2/3.4 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc) voldoet een ander gebied in het land van herkomst als vestigingsalternatief als aan drie voorwaarden is voldaan:
a. a) het gaat om een gebied waar de vreemdeling geen risico loopt op vervolging of ernstige schade, dan wel waar hij daartegen bescherming kan krijgen,
b) de vreemdeling kan op veilige en wettige wijze reizen naar en toegang krijgen tot dit gebied, en
c) van de vreemdeling kan redelijkerwijs worden verwacht dat hij zich in dat gebied vestigt.
6. Volgens vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, bijvoorbeeld de uitspraak van 24 augustus 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2044, moet verweerder bij de beoordeling of aan deze drie voorwaarden is voldaan, rekening houden met de algemene omstandigheden in het gebied en met de persoonlijke omstandigheden van de vreemdeling. Als verweerder aannemelijk heeft gemaakt dat aan de voorwaarden is voldaan, is het aan de vreemdeling om aannemelijk te maken dat het vestigingsalternatief in zijn geval niet aanwezig is en dat van hem niet kan worden verlangd dat hij zich elders in het land vestigt.
7. Bij besluit van 13 mei 2022 (
Stcrt.2022, 13709) heeft verweerder zijn landgebonden beleid ten aanzien van Kameroen (in onderdeel C7/19 van de Vc) gewijzigd. Hierin heeft verweerder uiteengezet dat voor vreemdelingen uit noordwest Kameroen een vestigingsalternatief aanwezig is in [plaats] voor zover geen sprake is van vrees op basis van persoonlijke omstandigheden. Uit de Kamerbrief van 11 februari 2022 (TK 19637, 2819) blijkt dat hierbij gebruik is gemaakt van betrouwbare en gezaghebbende internationale bronnen, waaronder het UK Home Office, US Department of State en het Belgische Commissariat Général aux Réfugiés et aux Apatrides.
8. In het verweerschrift heeft verweerder opgenomen om welke rapporten het precies gaat en de vindplaatsen daarvan vermeld. In deze rapporten staat dat er in [plaats] een grote Engelssprekende gemeenschap is en dat Engelstaligen die uit andere delen van Kameroen komen, en die geen persoonlijke vrees voor vervolging hebben, daar worden verwelkomd en goed kunnen deelnemen aan het maatschappelijk verkeer. In het bestreden besluit heeft verweerder overwogen dat eiser eerder gedurende vier jaar in [plaats] heeft gewoond en gestudeerd, dat zijn vader en twee broers daar wonen, dat hij daar verschillende baantjes heeft gehad en dat hij daar toegang had tot medische zorg. Gelet hierop heeft verweerder zowel aan de hand van de algemene omstandigheden als de persoonlijke omstandigheden van eiser aannemelijk gemaakt dat er voor eiser een vestigingsalternatief geldt in [plaats]. Eiser kan dan ook niet worden gevolgd in zijn stelling dat de Nederlandse autoriteiten eerst een ambtsbericht over de veiligheidssituatie in [plaats] hadden moeten uitbrengen. Verder heeft eiser niet aannemelijk gemaakt waarom het niet van hem zou kunnen worden verlangd zich opnieuw in [plaats] te vestigen.
9. Uit de door eiser aangehaalde informatie van Human Rights Watch blijkt dat er in het recente verleden diverse asielzoekers vanuit de Verenigde Staten (VS) zijn uitgezet naar Kameroen en vervolgens te maken hebben gekregen met mensenrechtenschendingen. Uit deze informatie blijkt echter ook dat het hierbij ging om personen die voorafgaand aan hun vertrek al problemen hadden met de autoriteiten, dat de VS hun asielaanvragen niet zorgvuldig hebben beoordeeld en dat de VS asielrelevante documenten niet geheim hebben gehouden. Hiermee heeft eiser niet aannemelijk gemaakt dat hij als terugkeerder vanuit Nederland, zonder persoonlijke problemen met de autoriteiten, zal worden gezien als opposant. In het bestreden besluit heeft verweerder terecht betrokken dat eiser eerder langere tijd uit Kameroen weg is geweest en weer zonder problemen kon inreizen. In de door eiser aangehaalde informatie van Vluchtelingenwerk Nederland gaat het voornamelijk om mensen die zich kenbaar hebben opgesteld als activist tegen het regime. Ook deze informatie ziet dus niet op het geval van eiser.
10. Het beroep is ongegrond.
11. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
12. De vindplaatsen van de door partijen aangehaalde landeninformatie zijn opgenomen in de bijlage bij deze uitspraak.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W. Anker, rechter, in aanwezigheid van mr. A.S. Hamans, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.

Bijlage

Door verweerder aangehaalde landeninformatie (onderbouwing vestigingsalternatief):
United States Department of State, ‘2020 Country report on human rights practices: Cameroon’, 30 maart 2021, https://www.state.gov/reports/2021-country-reports-on-human-rights-practices/cameroon/.
UK Home Office, ‘Country Background Note: Cameroon’, december 2020, https://www.gov.uk/government/publications/cameroon-country-policy-and-information-notes.
UK Home Office, ‘Country Policy and Information Note Cameroon: North-West South-West Crisis’, december 2020, https://www.gov.uk/government/publications/cameroon-country-policy-and-information-notes.
Commissariat Général aux Réfugiés et aux Apatrides, ‘COI Focus, CAMEROUN Crise anglophone: situation sécuritaire’, https://www.cgrs.be/sites/default/files/rapporten/coi_focus_cameroun._crise_anglophone_-
_situation_securitaire_20211119.pdf.
Human Rights Watch, ‘Country Chapter Cameroon, Events of 2022’, https://www.hrw.org/world-report/2023/country-chapters/cameroon.
Door verweerder aangehaalde landeninformatie (terugkeerders):
Human Rights Watch, ‘How Can You Throw Us Back? Asylum Seekers Abused in the US and Deported to Harm in Cameroon’, 10 februari 2022, https://www.hrw.org/report/2022/02/10/how-can-you-throw-us-back/asylum-seekers-abused-us-and-deported-harm-cameroon.
Door eiser aangehaalde landeninformatie:
Human Rights Watch, ‘US: Deported Cameroonian Asylum Seekers Suffer Serious Harm’, 10 februari 2022, https://www.hrw.org/news/2022/02/10/us-deported-cameroonian-asylum-seekers-suffer-serious-harm.
Human Rights Watch, ‘US Will Protect Cameroonians from Dangerous Deportations’, 15 april 2022, https://www.hrw.org/news/2022/04/15/us-will-protect-cameroonians-dangerous-deportations.
VluchtelingenWerk Nederland, ‘Kameroen - positie vermeende Engelstalige activisten en
risico terugkeer’, 14 juni 2023, kenmerk Kam230322la.
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen één week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.