ECLI:NL:RBDHA:2023:156
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) en beoordeling van een 0%-voorstel in een problematische schuldensituatie
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 5 januari 2023 uitspraak gedaan over het verzoek van een schuldenaar om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). De verzoeker, die zich in een problematische schuldensituatie bevindt, had eerder op 10 november 2022 een verzoek ingediend dat op 24 november 2022 werd besproken. De rechtbank had de verzoeker toen in de gelegenheid gesteld om aanvullende stukken in te dienen, wat leidde tot een nieuwe beoordeling van zijn situatie. De rechtbank ontving op 20 december 2022 een nieuwe 285-verklaring, vergezeld van een nieuw voorstel van de schuldeisers en een schuldenoverzicht. Dit voorstel hield in dat de schuldeisers een uitkering van 0% in het vooruitzicht werd gesteld, maar de rechtbank oordeelde dat de schuldeisers onvoldoende waren geïnformeerd over de afloscapaciteit van de verzoeker.
De rechtbank benadrukte dat het nieuwe voorstel een prognosevoorstel was en dat er mogelijkheden waren voor de schuldeisers om in de toekomst een uitkering te ontvangen, afhankelijk van de omstandigheden. De rechtbank concludeerde dat de verzoeker voldeed aan de vereisten voor toelating tot de WSNP en dat hij aan de verplichtingen van de regeling kon voldoen. De rechtbank sprak de toepassing van de WSNP uit en benoemde mr. R. Cats als rechter-commissaris en N.T. van den Deijssel als bewindvoerder. De beslissing werd openbaar uitgesproken en de rechtbank legde de verplichtingen op die de verzoeker tijdens de WSNP moet naleven, waaronder een informatieverplichting en een inspanningsverplichting.