ECLI:NL:RBDHA:2023:15522
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging WOZ-beschikking en proceskostenvergoeding in belastingzaak
In de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. R. van der Weide, en de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland, heeft de rechtbank Den Haag op 11 oktober 2023 uitspraak gedaan. De zaak betreft een beroep tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 19 augustus 2022, waarin de WOZ-waarde van een woning aan [adres] te [plaats] was vastgesteld op € 221.000. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze beschikking, wat ook van invloed was op de aanslagen onroerendezaakbelasting en watersysteemheffing voor het jaar 2022.
Tijdens de zitting op 27 september 2023 hebben partijen een compromis bereikt, waarbij de waarde van de woning op de waardepeildatum is vastgesteld op € 207.000. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd en de WOZ-waarde aangepast. Tevens zijn de aanslagen onroerendezaakbelasting en watersysteemheffing verlaagd naar de nieuwe waarde. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 1.133, en het betaalde griffierecht van € 50 aan eiser te vergoeden.
De rechtbank heeft het gewicht van de zaak als licht beoordeeld, wat heeft geleid tot de vaststelling van de proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na de verzenddatum.