2.3.In afwachting van een beslissing op de beoordeling om toepassing van artikel 64 Vw 2000 is uitstel van vertrek verleend.
Besluitvorming
3. Bij besluiten van 18 september 2019 heeft de staatssecretaris vervolgens besloten dat eisers niet in aanmerking komen voor opschorting van vertrek op grond van artikel 64 van de Vw 2000. De staatssecretaris heeft daartoe onder meer overwogen dat uit het BMA-advies van 19 juni 2019 valt op te maken dat het
Hawler General Teaching Hospitalin staat wordt geacht de door eiseres verleende 24-uursopvang op zich te nemen en eiser op geen enkele wijze aannemelijk heeft gemaakt dat deze instelling deze zorg niet kan bieden.
4. In de besluiten op bezwaar van 29 oktober 2019 heeft de staatssecretaris het bezwaar van eisers ongegrond verklaard. Daartoe is onder meer overwogen dat, voor zover eiser bedoeld heeft te zeggen dat het
Hawler General Teaching Hospitalniet de noodzakelijke zorg kan verlenen, de BMA-adviseur heeft geconcludeerd van wel. De staatssecretaris overweegt verder dat het op de weg van eiser had gelegen stukken te overleggen waaruit blijkt dat er getwijfeld dient te worden aan de genoemde instelling.
5. In de bestreden besluiten van 11 juli 2023 zijn de bezwaarschriften gegrond verklaard. De staatssecretaris heeft hierbij de uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Groningen, van 22 december 2020 betrokken. Op grond daarvan in combinatie met hetgeen de gemachtigde heeft aangevoerd over de toegang tot de benodigde zorg in Noord-Irak, alsook de overgelegde verklaring van dr. Fahmi Ali Azeez van 23 oktober 2021, naast de eerder in beroep overgelegde verklaringen van R.R. Sabri van 16 december 2018 en D.S. Makhmouri van 6 februari 2020, welke ontvangen werd op 8 juni 2020, heeft de staatssecretaris vastgesteld dat – in dit specifieke geval – aan eiser uitstel van vertrek wordt verleend op grond van artikel 64 van de Vw 2000 van 8 juni 2020, met steeds weer een verlenging van een jaar, tot 8 juni 2024. Daarbij is eveneens de gezondheidssituatie van eiseres – die de zorg voor eiser op zich neemt – in de overweging betrokken.
Beroepsgronden eisers
6. Eisers kunnen zich niet verenigen met de ingangsdatum van het verleende uitstel van vertrek, te weten 8 juni 2020. Zij menen dat reeds bij de aanvraag, dan wel bij de indiening van de gronden op 5 december 2019, is aangetoond dat de door eiser benodigde medische zorg niet in Noord-Irak toegankelijk is. Hiertoe wordt verwezen naar alle in de aanvraag en bezwaarfase ingebrachte informatie en met name op het op 5 december 2019 ingebrachte bericht van R.R. Sabri, directeur van het ziekenhuis voor psychische aandoeningen in Arbil in combinatie met het rapport
‘Country Policy and Information Note Iraq; Medical and healthcare issues Version 1.0 May 2019’van de
UK Home Office’.
Voorts stellen eisers zich op het standpunt dat de staatssecretaris ten onrechte geen aanleiding heeft gezien tot het ambtshalve beoordelen of met terugwerkende kracht aan eisers een verblijfsvergunning met als verblijfsdoel “medische behandeling” had moeten worden verleend en aansluitend daarop een vergunning op niet tijdelijke humanitaire gronden.
7. De rechtbank stelt vast dat deze rechtbank en zittingsplaats in haar uitspraak van 22 december 2020 in rechtsoverweging 5.1. als volgt heeft overwogen:
“Eiser heeft met de onder 2.3. genoemde brief van 6 februari 2020 informatie overgelegd die aanleiding geeft voor twijfel aan de juistheid van de door het BMA gebezigd brondocument BMA 11418 en meer in het bijzonder of de gegeven (ADL)-verzorging kan worden verleend door het
Hawler General Teaching Hospital.”
Het is derhalve de informatie van dr. Makhmouri, directeur van het Academisch Ziekenhuis te Arbil van 6 februari 2020, overgelegd op 8 juni 2020, die maakt dat volgens de rechtbank getwijfeld kan worden aan het BMA-advies. Na het overleggen van het stuk van dr. Sabri op 5 december 2019 heeft de staatssecretaris zich naar het oordeel van de rechtbank klaarblijkelijk nog op het standpunt mogen stellen dat de omstandigheid dat eiser niet in het ziekenhuis voor Psychische Aandoeningen in Arbil geholpen kan worden, niet betekent dat er getwijfeld kan worden aan de behandelmogelijkheden in het Hawler General Teaching Hospital waar in het BMA-advies van 19 juni 2019 naar verwezen wordt. De rechtbank ziet geen aanleiding daar thans anders over te oordelen. De staatssecretaris heeft derhalve terecht aan eisers uitstel van vertrek op grond van artikel 64 van de Vw 2000 verleend met ingang van 8 juni 2020.