In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag beoordeeld. Eiseres, geboren in 1993 en van Somalische nationaliteit, diende op 7 mei 2022 een aanvraag in voor een verblijfsvergunning asiel. Deze aanvraag werd op 11 augustus 2023 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als ongegrond. De rechtbank behandelde het beroep op 7 september 2023, waarbij eiseres en haar gemachtigde, alsook de gemachtigde van de verweerder, aanwezig waren.
Eiseres stelt dat zij bedreigd werd door haar schoonfamilie vanwege haar etniciteit, die zij als 'Midgan' aanduidt. De rechtbank oordeelt echter dat de staatssecretaris de etniciteit van eiseres terecht ongeloofwaardig heeft geacht. De rechtbank wijst erop dat eiseres onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar claims over haar etniciteit en de problemen met haar schoonfamilie. De rechtbank concludeert dat eiseres niet in aanmerking komt voor asiel, omdat zij geen reëel risico loopt op ernstige schade bij terugkeer naar Somalië.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de proceskostenvergoeding af. Eiseres kan in hoger beroep gaan tegen deze uitspraak, maar moet dit binnen een week na verzending van de uitspraak doen. De uitspraak is openbaar gemaakt en de rechter heeft de beslissing gedaan in aanwezigheid van de griffier.