In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank Den Haag het beroep van een Ethiopische Tigreeër tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Eiser, geboren in 1993, diende op 18 mei 2022 een aanvraag in voor een verblijfsvergunning asiel, die op 15 augustus 2023 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid werd afgewezen. De rechtbank behandelde de zaak op 7 september 2023, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals een tolk. Eiser heeft aangevoerd dat hij in Ethiopië is mishandeld en vals beschuldigd van spionage vanwege zijn etnische afkomst. De staatssecretaris heeft echter gesteld dat Tigreeërs sinds april 2023 niet langer als risicogroep worden aangemerkt, en dat de veiligheidssituatie voor hen is verbeterd na een vredesverdrag in november 2022.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de vrees van eiser bij terugkeer niet aannemelijk is. Hoewel de staatssecretaris de verklaringen van eiser geloofwaardig acht, is er onvoldoende aandacht besteed aan de individuele omstandigheden van eiser en de algemene situatie voor Tigreeërs in Ethiopië. De rechtbank benadrukt dat de eerdere blootstelling van eiser aan vervolging een duidelijke aanwijzing is voor de gegrondheid van zijn vrees. De rechtbank vernietigt het besluit van de staatssecretaris en draagt deze op om een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de uitspraak. Tevens worden de proceskosten van eiser vergoed.