ECLI:NL:RBDHA:2023:15288
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens vertrek met onbekende bestemming
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 10 oktober 2023, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. Eiser had op 20 mei 2023 een asielaanvraag ingediend, maar deze werd op 31 augustus 2023 niet-ontvankelijk verklaard omdat eiser internationale bescherming geniet in Roemenië. De rechtbank heeft op 5 oktober 2023 de zaak behandeld, waarbij de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren.
De rechtbank overweegt of eiser nog procesbelang heeft bij zijn beroep. Uit de rechtspraak van de ABRvS blijkt dat als een vreemdeling met onbekende bestemming is vertrokken zonder de autoriteiten te informeren over zijn verblijfplaats, er in beginsel van wordt uitgegaan dat hij geen prijs meer stelt op de bescherming die hij aanvankelijk heeft verzocht. De gemachtigde van verweerder heeft ter zitting aangegeven dat eiser per 19 september 2023 met onbekende bestemming is vertrokken. De gemachtigde van eiser heeft bevestigd dat hij sinds augustus 2023 geen contact meer heeft met eiser en geen contactgegevens heeft.
Gezien deze omstandigheden concludeert de rechtbank dat eiser geen procesbelang meer heeft en verklaart het beroep niet-ontvankelijk. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter N.M. van Waterschoot, in aanwezigheid van griffier Y. van Wijk, en is openbaar gemaakt via rechtspraak.nl.