ECLI:NL:RBDHA:2023:15221
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake asielaanvraag door tijdige beslissing van de Staatssecretaris
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 11 mei 2023, wordt het beroep van eiseres tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid behandeld. Eiseres had een aanvraag ingediend die niet tijdig was behandeld door verweerder, wat aanleiding gaf tot het indienen van beroep. Echter, op 8 februari 2023 heeft verweerder alsnog een inwilligend besluit genomen op de aanvraag van eiseres. Hierdoor wordt het beroep geacht mede gericht te zijn tegen dit inwilligend besluit.
De rechtbank heeft partijen geïnformeerd dat een zitting niet nodig werd geacht en heeft het onderzoek gesloten. Eiseres heeft geen zitting aangevraagd, wat leidde tot de beslissing van de rechtbank om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren. De rechtbank oordeelt dat, omdat verweerder inmiddels heeft beslist, het beroep van eiseres geen zin meer heeft en zij geen procesbelang meer heeft bij haar oorspronkelijke beroep.
Daarnaast is er een relevant besluit van 27 september 2022 van kracht, dat de beslistermijnen voor asielaanvragen heeft verlengd. Dit besluit heeft invloed op de zaak van eiseres, aangezien de beslistermijn op het moment van indienen van het beroep nog niet was verstreken. De rechtbank concludeert dat de ingebrekestelling prematuur was en dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van beroep op grond van niet tijdig beslissen door verweerder. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en ziet geen aanleiding om verweerder in de proceskosten van eiseres te veroordelen.