ECLI:NL:RBDHA:2023:15140
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat er niet tijdig is beslist op haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel, ingediend op 6 april 2022. De rechtbank heeft partijen geïnformeerd dat een zitting niet nodig was en het onderzoek gesloten zonder behandeling op zitting. Eiseres betwistte dat de beslistermijn geldig was verlengd door verweerder met de WBV 2022/223 en stelde dat zij verweerder niet prematuur in gebreke had gesteld. De rechtbank oordeelde dat de ingebrekestelling van 12 oktober 2022 te vroeg was ingediend, omdat de beslistermijn met negen maanden was verlengd door de WBV 2022/22. Hierdoor was niet voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van beroep op grond van niet tijdig beslissen. De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk, verwijzend naar eerdere uitspraken en de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De uitspraak werd gedaan door rechter R.J.A. Schaaf en bekendgemaakt op 20 april 2023.