Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
BP DE ZWETHte Rotterdam
1.De procedure
- een afschrift van de Staatscourant van 14 april 2022 (nr. 9542) waarin het Koninklijk Besluit d.d. 18 maart 2022, nr. 2022000639 (hierna: het KB) is gepubliceerd;
- de verklaring van de burgemeester van de gemeente Midden-Delfland d.d. 29 augustus 2022 dat de in artikel 63 van de Onteigeningswet genoemde documenten ter inzage hebben gelegen;
- de verklaring van de burgemeester van de gemeente Westland d.d. 13 januari 2022 dat de in artikel 63 van de Onteigeningswet genoemde documenten ter inzage hebben gelegen;
- de verklaring van de burgemeester van de gemeente Den Haag d.d. 16 november 2021 dat de in artikel 63 van de Onteigeningswet genoemde documenten ter inzage hebben gelegen.
2.Wat is er aan de hand?
3.Het geschil en de beoordeling daarvan in de incidenten
bevoegdelijke(onder)verhuur – in dit geval geen sprake is. Ter onderbouwing van dit standpunt verwijst de provincie onder meer naar het procesdossier in zaak 20-1172 (zie 2.3). Ten aanzien van McDonald’s is volgens de provincie bovendien sprake van een niet-vervulde opschortende voorwaarde in de (onder)huurovereenkomst. Ook om die reden kan McDonald’s niet zonder meer worden aangemerkt als onderhuurder en (daarmee dus ook niet) als derde belanghebbende in de zin van artikel 3 lid 2 Ow, aldus de provincie.
(zie in dit verband nader overweging 4.10).
4.Het geschil en de boordeling daarvan in de hoofdzaak
- het voorschot op de schadeloosstelling bepaalt op 100% van het aangeboden bedrag, dus op € 50.000;
- bepaalt dat de provincie zekerheid voor voldoening van de schadeloosstelling mag stellen door 100% van het aangeboden bedrag als voorschot te betalen;
- het voorschot op de schadeloosstelling bepaalt op 100% van het aangeboden bedrag, dus op nihil;
- bepaalt dat de provincie zekerheid voor voldoening van de schadeloosstelling mag stellen door 100% van het aangeboden bedrag als voorschot te betalen;
- tot deskundigen te benoemt mr. J.R. Vermeulen, ir. C.A.G. Kea en C.G. Plomp;
- een datum en locatie voor de plaatsopneming door deskundigen bepaalt.
- twee weken voor de plaatsopneming dient de provincie haar nota ter toelichting in bij de te benoemen deskundigencommissie en de rechtbank, onder gelijktijdige toezending aan de advocaten van [eiser i/h incident c.s.] , BP en McDonald’s.
- De advocaten vaan laatstgenoemden dienen vervolgens een week voor de plaatsopneming hun toelichting in bij de provincie, de te benoemen deskundigencommissie en de rechtbank. Bij deze stukken van partijen dient ook een opgave te worden gedaan welke personen aanwezig zullen zijn bij de plaatsopneming, met vermelding van hun functie.