ECLI:NL:RBDHA:2023:14886
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag en rechtsgeldigheid van verlenging beslistermijn
In deze zaak heeft eiser, geboren op [geboortedatum] en van Jemenitische nationaliteit, op 11 september 2022 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Eiser heeft de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 24 maart 2023 in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. Vervolgens heeft eiser op 11 april 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit, zoals bepaald in artikel 6:2 van de Awb. Eiser heeft zijn aanvraag op 11 september 2022 ingediend, en de wettelijke beslistermijn van zes maanden eindigde op 11 maart 2023. Echter, de staatssecretaris heeft de beslistermijn met negen maanden verlengd op basis van het WBV 2022/22, wat door de rechtbank als rechtsgeldig is beoordeeld. De rechtbank concludeert dat de beslistermijn op 11 december 2023 eindigt, waardoor de ingebrekestelling van 24 maart 2023 prematuur is ingediend. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.