Uitspraak
1.De procedure
2.De beoordeling
3.De beslissing
[verweerster] B.V.voornoemd, in staat van faillissement;
Rechtbank Den Haag
Op 26 september 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een faillissementsprocedure waarbij verzoekers, werknemers van een B.V., een verzoekschrift hebben ingediend tot faillietverklaring van hun werkgever. De rechtbank heeft het verzoek toegewezen, omdat de werkgever in een toestand verkeert waarin zij heeft opgehouden te betalen. De verzoekers, vertegenwoordigd door advocaat mr. D.J. van de Weerdt, stelden dat zij hun loon voor de maand augustus 2023 niet hadden ontvangen, terwijl het loon voor september binnenkort opeisbaar zou zijn. De werkgever, vertegenwoordigd door advocaat mr. D.M.A. Oud, betwistte de vorderingen en voerde aan dat een aantal werknemers zich ziek had gemeld, waardoor zij geen arbeid verrichtten. De rechtbank oordeelde echter dat er onvoldoende bewijs was dat de ziekmeldingen onterecht waren en dat de werkgever het loon voor augustus verschuldigd was.
De rechtbank concludeerde dat er summierlijk bewijs was van de vorderingsrechten van de verzoekers en dat de werkgever in financiële problemen verkeerde. Daarom werd besloten het faillissement van de B.V. uit te spreken. De rechtbank benoemde mr. B.A. Cnossen tot rechter-commissaris en mr. S. Visser als curator. De rechtbank Den Haag publiceerde het vonnis en droeg de rechtbank Rotterdam op om de verdere afhandeling van het faillissement te verzorgen. De uitspraak werd openbaar gedaan op 26 september 2023 om 11:06 uur, en er werd een mogelijkheid tot hoger beroep geboden binnen acht dagen na de uitspraak.