ECLI:NL:RBDHA:2023:14803

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 september 2023
Publicatiedatum
3 oktober 2023
Zaaknummer
NL23.30079
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen voortduren van maatregel van bewaring in vreemdelingenzaak met betrekking tot uitzetting naar Marokko

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 september 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring die aan eiser, een Marokkaanse nationaliteit hebbende persoon, was opgelegd. De maatregel van bewaring was op 23 juli 2023 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft besloten dat een onderzoek ter zitting niet nodig was en heeft het onderzoek op 26 september 2023 gesloten.

De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring eerder was getoetst en rechtmatig was bevonden tot het sluiten van het onderzoek op 16 augustus 2023. De autoriteiten van Marokko hebben op 8 september 2023 bevestigd dat eiser de Marokkaanse nationaliteit heeft, en op 11 september 2023 is een laissez-passer verstrekt. De uitzetting van eiser naar Marokko was gepland op 27 september 2023. De rechtbank oordeelt dat de beroepsgrond van eiser, dat zijn identiteit onvoldoende vaststaat om hem te kunnen uitzetten, niet slaagt. Ook is niet gebleken dat het voortduren van de maatregel van bewaring onrechtmatig is.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is gedaan door rechter J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier S.D.C.J. Verheezen, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.30079

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[Naam], eiser

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. G.H.P. Buren),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

Procesverloop

Verweerder heeft op 23 juli 2023 aan eiser de maatregel van bewaring op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) opgelegd. Deze maatregel duurt nog voort.
Eiser heeft tegen het voortduren van de maatregel van bewaring beroep ingesteld. Daarbij heeft hij verzocht om schadevergoeding.
Verweerder heeft een voortgangsrapportage overgelegd. Eiser heeft hierop gereageerd.
De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft en het onderzoek op 26 september 2023 gesloten.

Overwegingen

1. Eiser stelt te zijn geboren op [Geboortedatum] en de Marokkaanse nationaliteit te hebben.
2. Indien de rechtbank van oordeel is dat de toepassing of tenuitvoerlegging van de maatregel van bewaring in strijd is met de Vw dan wel bij afweging van alle daarbij betrokken belangen in redelijkheid niet gerechtvaardigd is, verklaart zij op grond van artikel 96, derde lid, van de Vw het beroep gegrond en beveelt zij de opheffing van de maatregel of een wijziging van de wijze van tenuitvoerlegging daarvan.
3. De rechtbank stelt voorop dat zij deze maatregel van bewaring al eerder heeft getoetst. Uit de uitspraak van 17 augustus 2023 (ECLI:NL:RBDHA:2023:12575) volgt dat de maatregel van bewaring tot het moment van het sluiten van het onderzoek dat aan die uitspraak ten grondslag ligt, rechtmatig was. Daarom staat nu alleen ter beoordeling of de maatregel van bewaring sinds het moment van het sluiten van het onderzoek, 16 augustus 2023, rechtmatig is.
4. De rechtbank stelt vast dat de autoriteiten van Marokko op 8 september 2023 hebben bevestigd dat eiser de Marokkaanse nationaliteit heeft. Op 11 september 2023 is ten behoeve van eiser door de Marokkaans diplomatieke vertegenwoordiging een LP [1] verstrekt. Voorts is de uitzetting van eiser naar Marokko gepland op 27 september 2023. Gelet daarop is de rechtbank van oordeel dat eisers beroepsgrond dat zijn identiteit onvoldoende vaststaat om hem te uitzetten naar Marokko niet slaagt.
5. Ook overigens is niet gebleken dat het voortduren van de maatregel van bewaring onrechtmatig is. [2]
6. Het beroep is ongegrond. Daarom wordt ook het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, rechter, in aanwezigheid van mr. S.D.C.J. Verheezen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Laissez-passer.
2.Uitspraak van het Hof van Justitie van 8 november 2022, ECLI:EU:C:2022:858.