ECLI:NL:RBDHA:2023:14721
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing Wajong-uitkering na laattijdige aanvraag en beoordeling van medische gegevens
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 18 augustus 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) over de afwijzing van een laattijdige aanvraag voor een Wajong-uitkering. De eiser, geboren in 1965, had op 18 februari 2021 een aanvraag ingediend, die door het UWV op 26 mei 2021 werd afgewezen. Het UWV handhaafde deze afwijzing in een bestreden besluit van 20 januari 2022, waarop de eiser beroep instelde. Tijdens de zitting op 5 juli 2023 werd het beroep behandeld, waarbij zowel de eiser als de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren.
De rechtbank overwoog dat de eiser stelde dat hij vanaf zijn 18e levensjaar psychische en fysieke klachten had die hem belemmerden in zijn arbeidsparticipatie. De verzekeringsarts van het UWV concludeerde echter dat er geen objectieve medische gegevens waren die aantoonden dat de eiser op zijn 18e verjaardag arbeidsongeschikt was. De rechtbank merkte op dat de eerste melding van psychiatrische klachten pas in 1997 was en dat er geen bewijs was dat deze klachten al eerder bestonden. De rechtbank oordeelde dat het UWV terecht had geconcludeerd dat de aanvraag voor de Wajong-uitkering niet kon worden toegewezen, omdat niet kon worden vastgesteld of er op het 18e levensjaar van de eiser sprake was van beperkingen.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.