In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, op 26 september 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen de verlenging van de maatregel van bewaring van eiser, die de Marokkaanse nationaliteit heeft. De maatregel van bewaring was oorspronkelijk opgelegd op 19 februari 2023 en is op 16 augustus 2023 met maximaal twaalf maanden verlengd. Eiser heeft tegen deze verlenging beroep ingesteld, evenals tegen het voortduren van de maatregel. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet beschikt over een geldig document voor grensoverschrijding en dat hij niet meewerkt aan zijn uitzetting. De rechtbank heeft het onderzoek in beide zaken gesloten op 4 september 2023 en heeft bepaald dat een zitting niet nodig was.
De rechtbank overweegt dat de verlenging van de maatregel van bewaring rechtmatig is, omdat er voldoende gronden zijn voor de verlenging. Eiser heeft geen beroepsgronden aangevoerd die de verlenging kunnen ondermijnen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat verweerder voldoende heeft gemotiveerd dat er zicht op uitzetting bestaat, ondanks de stelling van eiser dat de Marokkaanse autoriteiten geen zekerheid hebben gegeven over de afgifte van een laissez-passer. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de belangen van eiser niet zwaarder wegen dan de noodzaak van de maatregel van bewaring, en dat de verlenging van de maatregel noodzakelijk is.
De rechtbank heeft beide beroepen ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Eiser heeft geen recht op proceskostenvergoeding. Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, maar alleen voor zover het de verlenging van de maatregel betreft.