ECLI:NL:RBDHA:2023:14704
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na afwijzing asielaanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 29 september 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, een asielzoeker, had tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld, nadat zijn asielaanvraag op 28 augustus 2023 was afgewezen als kennelijk ongegrond. Het beroep is geregistreerd onder zaaknummer NL23.25000. Verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, maar is niet ter zitting verschenen, ondanks voorafgaande kennisgeving. De staatssecretaris heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, mr. D.L. Boer.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 15 september 2023 behandeld. Tijdens de zitting is het onderzoek gesloten. De rechtbank heeft op dezelfde dag uitspraak gedaan op het beroep van verzoeker, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening is komen te vervallen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. T.A. Oudenaarden, in aanwezigheid van griffier A.J. van Bruggen, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.