ECLI:NL:RBDHA:2023:14609
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige voortduren van vreemdelingenbewaring en schadevergoeding
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, op 22 september 2023 uitspraak gedaan in een vervolgberoep van eiser tegen de maatregel van bewaring die op 2 mei 2023 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was opgelegd. Eiser, een Afghaanse nationaliteit hebbende, heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat het vooronderzoek op grond van de Vreemdelingenwet (Vw) te laat was gesloten, wat heeft geleid tot een termijnoverschrijding. De rechtbank oordeelt dat deze overschrijding aan de rechtbank zelf te wijten is en dat er geen aanwijsbare oorzaak voor deze vertraging is. Hierdoor is het voortduren van de maatregel van bewaring onrechtmatig geworden met ingang van 8 september 2023.
De rechtbank heeft ook de beroepsgronden van eiser inhoudelijk beoordeeld en geconcludeerd dat verweerder onvoldoende voortvarend heeft gehandeld bij de overdracht van eiser uit Nederland. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sinds het vertrekgesprek op 20 juli 2023 geen verdere uitzettingshandelingen zijn verricht, wat de onrechtmatigheid van de maatregel van bewaring vanaf 21 juli 2023 bevestigt. De rechtbank heeft daarom de opheffing van de maatregel van bewaring bevolen en eiser recht op schadevergoeding toegekend voor de onrechtmatige vrijheidsontneming, vastgesteld op € 5.700. Daarnaast zijn de proceskosten van eiser vergoed tot een bedrag van € 837.
De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.