ECLI:NL:RBDHA:2023:14598
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Roma-eiser uit Moldavië wegens gebrek aan vervolging en reëel risico op schade
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, op 22 september 2023 uitspraak gedaan in de asielprocedure van een eiser van Roma-afkomst uit Moldavië. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de asielaanvraag van de eiser op 28 juni 2023 afgewezen, omdat deze als ongegrond werd beschouwd. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, maar was niet aanwezig op de zitting op 14 september 2023. De rechtbank heeft het beroep beoordeeld aan de hand van de beroepsgronden van eiser, die stelde dat hij vanwege zijn etniciteit in Moldavië wordt gediscrimineerd en dat hij vreest voor de gevolgen van de oorlog in Oekraïne.
De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris terecht had geconcludeerd dat eiser niet als vluchteling kon worden aangemerkt. De rechtbank erkende dat de situatie voor Roma in Moldavië moeilijk is, maar oordeelde dat de discriminatie die eiser ervaart niet ernstig genoeg is om als vervolging te worden aangemerkt. Eiser had niet aannemelijk gemaakt dat hij zo ernstig werd beperkt in zijn bestaansmogelijkheden dat hij niet op maatschappelijk en sociaal gebied kon functioneren. De rechtbank wees erop dat eiser in staat was om identificerende documenten te verkrijgen, legaal te reizen, onderwijs te volgen en toegang had tot medische zorg.
Daarnaast oordeelde de rechtbank dat de vrees van eiser voor militaire dienst in Moldavië niet aannemelijk was gemaakt. Eiser had geen concrete aanwijzingen dat hij zou worden opgeroepen voor militaire dienst en zijn vrees was gebaseerd op speculatie. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris de asielaanvraag van eiser terecht had afgewezen als ongegrond, en verklaarde het beroep ongegrond. Eiser kreeg geen vergoeding van zijn proceskosten.