In deze zaak heeft eiseres, geboren op [geboortedatum] en van Syrische nationaliteit, op 1 september 2022 een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) als familie- of gezinslid bij [naam] in het kader van nareis. Eiseres heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op haar aanvraag, waarna zij op 17 mei 2023 beroep heeft ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft op 26 september 2023 uitspraak gedaan in deze zaak.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het nemen van een besluit door verweerder is verstreken en dat eiseres rechtsgeldig in gebreke heeft gesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is, omdat het bestuursorgaan niet tijdig heeft beslist. De rechtbank verwijst naar eerdere rechtspraak waarin is geoordeeld dat bij overschrijding van de beslistermijn bij aanvragen om gezinshereniging sprake is van een bijzonder geval. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak alsnog een besluit op de aanvraag bekend te maken.
Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. De verbeurde dwangsom is vastgesteld op € 1.442,-, omdat meer dan 42 dagen zijn verstreken na de dag als bedoeld in artikel 4:17 van de Awb. Tot slot is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 418,50, en het betaalde griffierecht van € 184,- moet vergoeden.