ECLI:NL:RBDHA:2023:14210

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 september 2023
Publicatiedatum
21 september 2023
Zaaknummer
C/09/651507 / JE RK 23-1566 en C/09/652022 / JE RK 23-1637 en C/09/653105 / JE RK 23-1764
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp na een spoedmachtiging

Op 8 september 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaken met betrekking tot de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, aangeduid als [naam01]. De kinderrechter heeft de machtiging verleend om [naam01] op te nemen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp, met ingang van 8 september 2023 tot 8 december 2023. Dit besluit volgde op een reeks verzoekschriften die waren ingediend door de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, die als gecertificeerde instelling fungeert. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling en het gedrag van [naam01], die onder andere zelfbeschadiging, agressie en weglopen vertoonde. De kinderrechter oordeelde dat de gesloten plaatsing noodzakelijk is om de veiligheid van [naam01] te waarborgen en om te voorkomen dat zij zich aan de jeugdhulp onttrekt. Tijdens de zitting op 8 september 2023 was [naam01] niet aanwezig, maar haar advocaat heeft haar standpunt naar voren gebracht. De moeder van [naam01] heeft ook haar zorgen geuit over de geboden hulp in Nederland en heeft gepleit voor hulp in het buitenland. De kinderrechter heeft de verzoeken van de gecertificeerde instelling beoordeeld en de machtiging voor gesloten jeugdhulp verleend, terwijl het verzoek tot verlenging van de machtiging voor de open groep werd afgewezen. De kinderrechter heeft de beslissing mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummers: C/09/651507 / JE RK 23-1566
C/09/652022 / JE RK 23-1637
C/09/653105 / JE RK 23-1764
Datum uitspraak: 8 september 2023
Beschikking van de kinderrechter
Machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp na een spoedmachtiging
in de zaak van
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering,
gevestigd te Amsterdam,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling,
over
[naam01], geboren op [geboortedatum01] 2007 te [geboorteplaats01] ( [geboorteland01] ),
hierna te noemen: [naam01] ,
advocaat: mr. G.E.M. Later te Den Haag.
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[naam02],
hierna te noemen: de moeder,
wonende [woonplaats01] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Op 31 juli 2023 is een verzoekschrift met bijlagen, strekkende tot verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing, geregistreerd met zaaknummer C/09/651507 / JE RK 23-1566, ingekomen bij de rechtbank (verzoekschrift I).
1.2.
Op 9 augustus 2023 is een verzoekschrift met bijlagen, strekkende tot het verlenen van een machtiging gesloten jeugdhulp, geregistreerd met zaaknummer C/09/652022 /
JE RK 23-1637, ingekomen bij de rechtbank (verzoekschrift II).
1.3.
Op 31 augustus 2023 is een verzoekschrift met bijlagen, strekkende tot het verlenen van een (spoed)machtiging gesloten jeugdhulp, geregistreerd met zaaknummer C/09/653105 / JE RK 23-1764, ingekomen bij de rechtbank (verzoekschrift III).
1.4.
Op 31 augustus 2023 heeft de kinderrechter in deze rechtbank mondeling een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp verleend tot 1 september 2023, 17.00 uur.
1.5.
Bij beschikking van 1 september 2023 heeft de kinderrechter in deze rechtbank een spoedmachtiging verleend om [naam01] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven van 1 september 2023 tot 10 september 2023. Het verzoek is voor het overige aangehouden tot de mondelinge behandeling ter zitting.
1.6.
Op 7 september 2023 heeft de rechtbank de instemmende verklaring van de gedragswetenschapper, zoals bedoeld in artikel 6.1.2, vijfde lid, van de Jeugdwet, ontvangen.
1.7.
De verzoekschriften zijn gecombineerd behandeld tijdens de zitting met gesloten deuren op 8 september 2023. Daarbij waren aanwezig:
  • de moeder, ondersteund door [naam04] , tolk in de Poolse taal;
  • de advocaat van [naam01] ;
  • [naam03] , namens de gecertificeerde instelling;
  • een trajectbegeleider van het Centrum voor Poolse Gezinnen als toehoorder.
1.8.
[naam01] is niet verschenen. De kinderrechter stelt vast dat [naam01] wel juist is opgeroepen. Voorafgaand aan de zitting heeft de kinderrechter apart gesproken met de advocaat van [naam01] over de mening van [naam01] .

2.De feiten

2.1.
[naam01] verbleef bij de accommodatie voor gesloten jeugdhulp [A] , maar is weggelopen en op het moment van de zitting vermist.
2.2.
Voor de overige feiten verwijst de kinderrechter naar de beschikking van
1 september 2023.

3.De verzoeken

3.1.
In verzoekschrift I verzoekt de gecertificeerde instelling de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam01] te verlengen voor de duur van de ondertoezichtstelling. In verzoekschrift II verzoekt de gecertificeerde instelling een machtiging gesloten jeugdhulp voor [naam01] te verlenen. Dit verzoekschrift is ter zitting ingetrokken, omdat het inmiddels door de indiening van het (spoed)verzoek van 31 augustus 2023 achterhaald is. De gecertificeerde instelling verzoekt primair verzoekschrift III, thans strekkende tot het verlenen van een machtiging om [naam01] te doen opnemen en te doen verblijven in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp voor de duur van drie maanden, toe te wijzen. Als de kinderrechter van oordeel is dat dit verzoek moet worden afgewezen, dan verzoekt de gecertificeerde instelling subsidiair de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam01] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder te verlengen.
3.2.
Aan het verzoek tot het verlenen van een machtiging gesloten jeugdhulp ligt ten grondslag dat de zorgen zodanig zijn toegenomen dat een gesloten plaatsing nodig wordt geacht om de veiligheid van [naam01] te kunnen waarborgen. Er zijn nog steeds ernstige zorgen over [naam01] als gevolg van ingrijpende gebeurtenissen in het verleden die zij onvoldoende heeft kunnen verwerken. Er zijn ook al langere tijd ernstige zorgen over de manier waarop [naam01] omgaat met de sombere gevoelens die zij daardoor ervaart. Deze uitte zij eerder door middel van zelfbeschadiging, agressie en wegloopgedrag. Nu zijn daar zorgen over risicovolle contacten en middelengebruik bijgekomen. Er zijn signalen van verslavingsproblematiek en het is onduidelijk hoe [naam01] aan geld komt om de middelen te bekostigen. Daarnaast doet [naam01] nog steeds suïcidale uitspraken waardoor er zorgen zijn dat het middelengebruik haar op enig moment fataal wordt. Op 28 augustus 2023 is [naam01] weggelopen van de open groep bij [A] en teruggevonden in een woning van een drugsverslaafde moeder van een vriendin. Door dit gedrag en handelen vormt [naam01] op dit moment een gevaar voor zichzelf. Ter bescherming is plaatsing op een gesloten groep (bij [A] ) noodzakelijk. Binnen dat kader kan het middelengebruik en weglopen begrensd worden, waardoor hopelijk weer ruimte ontstaat voor behandeling. Volgens de gecertificeerde instelling is thuisplaatsing, gelet op de verstoorde relatie tussen [naam01] en de moeder, op dit moment in ieder geval niet mogelijk. [naam01] heeft op dagelijkse basis professionele begeleiding nodig om het verleden te verwerken. Zij is aangemeld voor diagnostisch onderzoek en staat op de wachtlijst voor een verslavingsbehandeling bij Brijder. Helaas is [naam01] twee dagen geleden niet teruggekomen van haar stage en dus opnieuw weggelopen, vermoedelijk door oplopende spanning. Het is onbekend waar zij op dit moment verblijft.

4.De standpunten

4.1.
[naam01] is niet aanwezig bij de zitting. De advocaat heeft namens [naam01] afwijzing van het verzoek bepleit, omdat [naam01] niet op de gesloten groep wil verblijven.
4.2.
De moeder heeft ter zitting het volgende naar voren gebracht. Zij vindt het belangrijk dat [naam01] zo snel mogelijk de hulp krijgt die ze nodig heeft. De moeder vindt dat die hulp in Nederland niet (tijdig) geboden kan worden, vanwege wachtlijsten en een falend systeem waar [naam01] de dupe van is. Zij zou daarom willen dat [naam01] naar een gesloten groep in Polen, België of Spanje gaat. De moeder kent daar goede klinieken. De moeder vindt het belangrijk dat wordt begonnen bij de onderliggende problemen. Eerst moet psychiatrische en psychologische hulp worden geboden en daardoor zullen ook de problemen rond het drugsgebruik worden opgelost. Daarnaast benoemt de moeder dat het goed zou zijn als [naam01] bijvoorbeeld als vrijwilliger gaat werken, zodat zij voelt dat zij nodig is.

5.De beoordeling

5.1.
De kinderrechter stelt vast dat [naam01] niet bereid is zich te doen horen, zodat het horen op grond van artikel 6.1.10, eerste lid onder a, Jeugdwet achterwege kan blijven. Wel heeft de advocaat de mening van [naam01] naar voren gebracht.
5.2.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
5.3.
De kinderrechter stelt vast dat aan de voornoemde gronden wordt voldaan en overweegt daartoe dat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling en het gedrag van [naam01] . Alle betrokkenen zijn het erover eens dat [naam01] specialistische hulp nodig heeft en dat gestart moet worden met behandelingen gericht op het middelengebruik en traumaverwerking. Nu behandeling niet mogelijk is doordat [naam01] steeds wegloopt dan wel zichzelf verdooft met middelen, is het naar het oordeel van de kinderrechter noodzakelijk dat [naam01] voorlopig op een gesloten groep verblijft. De kinderrechter hoopt dat vanuit deze setting het traject bij Brijder spoedig opgestart kan worden en dat er bij [naam01] ruimte ontstaat om de behandeling op te pakken. Graag had de kinderrechter ook zelf met [naam01] gesproken. De kinderrechter heeft overwogen om de plaatsing voor korte duur toe te wijzen, zodat [naam01] bij een nieuwe zitting alsnog gehoord kan worden. Echter, de kinderrechter vindt dit niet in het belang van [naam01] , gelet op de onrust, spanning en onduidelijkheid die een nieuwe zitting voor [naam01] zal geven. De kinderrechter zal daarom de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen voor de verzochte periode van drie maanden.
5.4.
Aangezien de gecertificeerde instelling het verzoekschrift met zaaknummer C/09/652022 / JE RK 23-1637 heeft ingetrokken, stelt de kinderrechter vast dat daarover geen beslissing meer genomen hoeft te worden.
5.5.
Uit de toewijzing van het verzoek tot het verlenen van een gesloten machtiging voor [naam01] volgt dat voor beoordeling van het verzoek tot verlenging van de machtiging voor de open groep geen plaats is. De kinderrechter wijst dat verzoek van de gecertificeerde instelling dan ook af.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verleent een machtiging om [naam01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 8 september 2023 tot 8 december 2023;
6.2.
stelt vast dat er ten aanzien van het verzoek met zaaknummer C/09/652022 / JE RK 23-1637 niets meer te beslissen valt;
6.3.
wijst het verzoek met zaaknummer C/09/651507 / JE RK 23-1566 af.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 8 september 2023 door mr. E.E. Schotte, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. S.L.G. van Otterlo als griffier, en schriftelijk vastgesteld op 19 september 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.