ECLI:NL:RBDHA:2023:14182
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen asielbeschikking en procesbelang bij asielstatus
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen zijn inwilligende asielbeschikking van 25 mei 2023. Eiser heeft op 18 juni 2022 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Met het besluit van 25 mei 2023 is aan eiser een asielstatus verleend op grond van artikel 29, eerste lid, sub b van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw). Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit, omdat hij een asielstatus op grond van artikel 29, eerste lid, sub a van de Vw wenst. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat dat in deze zaak op grond van de wet niet nodig is. Eiser, geboren in 1999 en van Syrische nationaliteit, heeft een asielstatus op de b-grond, maar wenst deze te wijzigen naar de a-grond, omdat hij meent dat hij daarmee in een gunstigere rechtspositie komt. De rechtbank oordeelt echter dat eiser geen procesbelang heeft bij zijn beroep, omdat de verleende asielvergunning op de b-grond geldig is en er geen bewijs is dat hij met een a-grond in een betere positie zou verkeren. De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is wegens het ontbreken van procesbelang en dat eiser geen proceskostenvergoeding ontvangt.