ECLI:NL:RBDHA:2023:14145
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van asielaanvraag en Dublinverordening in het bestuursrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 augustus 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser, die niet in behandeling is genomen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft aangevoerd dat hij niet kan terugkeren naar Duitsland vanwege slechte opvangomstandigheden en mogelijke schending van zijn rechten onder het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd van systematische gebreken in het Duitse asiel- en opvangsysteem. Bovendien heeft de rechtbank overwogen dat Duitsland, als verantwoordelijke lidstaat, de asielaanvraag van eiser in overeenstemming met Europese richtlijnen zal behandelen. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, omdat eiser niet heeft aangetoond dat er bijzondere omstandigheden zijn die een overdracht aan Duitsland zouden beletten. De uitspraak benadrukt het interstatelijk vertrouwensbeginsel en de verplichtingen van de betrokken partijen onder de Dublinverordening.