ECLI:NL:RBDHA:2023:14136
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing onttrekkingsvergunning Huisvestingsverordening Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van de Sociëteit De Besognekamer tegen het uitblijven van een tijdige beslissing op bezwaar en de afwijzing van haar aanvraag om een onttrekkingsvergunning. De aanvraag werd door het college van burgemeester en wethouders van Den Haag afgewezen op 9 maart 2022, en het bezwaar daartegen werd bij besluit van 22 december 2022 eveneens afgewezen. De rechtbank heeft op 24 augustus 2023 de zaak behandeld. Eiseres, gevestigd in Den Haag, wenst een ruimte te onttrekken aan de woonruimtevoorraad voor verhuur als kantoorruimte. De rechtbank oordeelt dat de vergunningsplicht uit de Huisvestingsverordening Den Haag 2019 niet van toepassing is, omdat de ruimte geen zelfstandige woonruimte betreft. De rechtbank concludeert dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom een onttrekkingsvergunning vereist is en dat de belangenafweging niet adequaat is uitgevoerd. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit, maar laat de rechtsgevolgen in stand, omdat verweerder de motiveringsgebreken heeft hersteld. Het beroep wegens het niet tijdig beslissen is niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiseres geen procesbelang meer heeft. Eiseres krijgt haar griffierecht en proceskosten vergoed.