ECLI:NL:RBDHA:2023:13835

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 september 2023
Publicatiedatum
15 september 2023
Zaaknummer
NL23.4750
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking van asielvergunning en de ontvankelijkheid van het beroep na te late indiening

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 september 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de intrekking van een asielvergunning. Eiser, een Somalische nationaliteitdrager, had zijn verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd gekregen, maar deze werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ingetrokken met terugwerkende kracht tot 8 december 2021. De staatssecretaris stelde dat eiser zijn hoofdverblijf buiten Nederland had gevestigd, wat volgens de Vreemdelingenwet grond is voor intrekking van de asielvergunning. Eiser voerde aan dat hij door omstandigheden, waaronder het verlies van zijn woning, niet in staat was om tijdig beroep in te stellen tegen het besluit van de staatssecretaris. De rechtbank heeft de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld en vastgesteld dat eiser redelijkerwijs niet in verzuim was, gezien zijn situatie. De rechtbank oordeelde dat het bestreden besluit niet op de juiste wijze was bekendgemaakt en dat eiser zijn hoofdverblijf niet buiten Nederland had gevestigd. Daarom verklaarde de rechtbank het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en herstelde het verblijfsrecht van eiser. Tevens werd de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van eiser.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.4750

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. P. Scholtes),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

(gemachtigden: mr. M. Verweij en mr. S.J.R.R. Brock).

Procesverloop

Bij besluit van 28 juni 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder eisers verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingetrokken met terugwerkende kracht tot 8 december 2021.
Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 2 augustus 2023 op zitting behandeld. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen M. Abdullahi. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. S.J.R.R. Brock.

Overwegingen

1. Eiser is geboren op [geboortedatum] 1994 en heeft de Somalische nationaliteit.
2. Op 29 september 2008 heeft eiser asiel aangevraagd in Nederland. Bij besluit van 5 oktober 2009 heeft verweerder aan eiser een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd verleend, geldig van 29 september 2008 tot 29 september 2013. Bij besluit van 3 februari 2014 heeft verweerder de geldigheidsduur van eisers asielvergunning verlengd tot 29 september 2018. Bij besluit van 13 november 2018 heeft verweerder eisers aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd niet in behandeling genomen vanwege het niet betalen van de leges. Daarbij is de geldigheidsduur van eisers asielvergunning voor bepaalde tijd verlengd tot 29 september 2023.
3. Op 4 mei 2022 heeft verweerder het voornemen geuit om eisers asielvergunning in te trekken. Verweerder heeft namelijk geconstateerd dat eiser vanaf 8 december 2021 niet meer in Nederland staat ingeschreven. Eiser heeft geen zienswijze ingediend. Bij het bestreden besluit heeft verweerder eisers asielvergunning ingetrokken met terugwerkende kracht tot 8 december 2021 op grond van artikel 32, eerste lid, aanhef en onder d, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw). Daarin staat dat een asielvergunning kan worden ingetrokken als de vreemdeling zijn hoofdverblijf buiten Nederland heeft gevestigd.
4. Eiser voert daartegen het volgende aan. Het bestreden besluit is niet op de juiste wijze bekendgemaakt. Verweerder heeft het besluit namelijk naar het laatst bekende adres van eiser gezonden, terwijl bekend was dat hij daar niet meer verbleef. Eiser kon het beroep niet eerder indienen omdat hij door zijn verhuurder uit zijn huis was gezet en het niet lukte om een andere woonruimte te vinden. Pas bij het aanvragen van een daklozenuitkering op 10 februari 2023 kreeg eiser het bestreden besluit onder ogen en heeft hij alsnog beroep ingesteld. Inhoudelijk is er geen grond voor intrekking omdat eiser altijd in Nederland heeft verbleven. Ter onderbouwing hiervan heeft eiser bankafschriften en telefoongegevens overgelegd. Ook is er geen sprake van criminele antecedenten.
5. Verweerder stelt zich in het verweerschrift en ter zitting op het standpunt dat het beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard omdat het bestreden besluit op de juiste wijze is bekendgemaakt en het beroep niet binnen vier weken is ingesteld.
De rechtbank oordeelt als volgt.
6. Op grond van artikel 3:41, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geschiedt bekendmaking van een besluit dat tot één belanghebbende is gericht, en dat niet aan die belanghebbende kan worden toegezonden of uitgereikt, op een andere geschikte wijze. Die wijze is in het geval van eiser bepaald in artikel 3.104, vijfde lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb). Daarin staat dat een intrekkingsbesluit kan worden bekendgemaakt door toezending naar het laatst bekende adres. Dit heeft verweerder ook gedaan. Het bestreden besluit is dan ook op de juiste wijze bekendgemaakt. Hierbij is van belang dat eiser op grond van artikel 4.37, eerste lid, aanhef en onder a, van het Vb verplicht was om zijn verandering van adres aan verweerder door te geven. De rechtbank verwijst hierbij verder naar de rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling), bijvoorbeeld de uitspraak van 22 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2423.
7. Gelet op artikel 6:8, eerste lid, van de Awb is de termijn voor het indienen van het beroep aangevangen op 29 juni 2022, de dag na die waarop het bestreden besluit is verzonden. Gelet op artikel 69, eerste lid, van de Vw diende het beroep binnen vier weken en daarmee uiterlijk op 26 juli 2022 worden ingesteld. Het beroep is echter pas op 15 februari 2023 ingesteld. Dat is te laat. Dit leidt in beginsel tot niet-ontvankelijkverklaring van het beroep. In artikel 6:11 van de Awb is echter bepaald dat niet-ontvankelijkverklaring van een te laat ingesteld beroep achterwege blijft indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest. Dit doet zich in het geval van eiser voor. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
8. Eiser heeft onbetwist naar voren gebracht dat hij door zijn huisbaas uit zijn huurwoning is gezet en dat het hem ondanks verwoede pogingen niet is gelukt om een andere woonruimte te vinden. Ook heeft eiser onbetwist toegelicht dat zijn voormalige huurwoning is gesloopt, zodat daar nadien geen post kon worden bezorgd. De rechtbank acht het niet onbegrijpelijk dat eiser zijn verandering van adres niet onmiddellijk aan verweerder heeft doorgegeven, aangezien hij naarstig op zoek was naar een dak boven zijn hoofd en dat probleem eerst heeft willen oplossen. Niet in geschil is dat eiser op 10 februari 2023 voor het eerst kennis heeft genomen van het bestreden besluit toen hij een daklozenuitkering ging aanvragen, en dat hij kort daarna alsnog beroep heeft ingesteld. Verder is van belang dat het bestreden besluit een voor eiser zeer ingrijpend belastend besluit is. Het bestreden besluit raakt bovendien niet aan belangen van derden. De Afdeling heeft in haar uitspraak van 11 januari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:84, geoordeeld dat dan sneller verschoonbaarheid van een termijnoverschrijding moet worden aangenomen. De rechtbank zal daarom geen gevolgen verbinden aan de te late indiening van het beroep. Het beroep is ontvankelijk.
9. Uit de door eiser overgelegde bankafschriften blijkt dat hij in de periode tussen 8 december 2021 en het bestreden besluit zeer regelmatig in Nederland betalingen heeft verricht. Hiermee heeft eiser aannemelijk gemaakt dat hij in de periode waarop de intrekking ziet, zijn hoofdverblijf niet buiten Nederland heeft gevestigd. Gelet op artikel 83 van de Vw is, anders dan verweerder ter zitting heeft gesteld, niet van belang dat dit pas na het bestreden besluit bekend is geworden. Verweerder is ten onrechte overgegaan tot intrekking op grond van artikel 32, eerste lid, aanhef en onder d, van de Vw. Het beroep is gegrond. Het bestreden besluit dient te worden vernietigd, waardoor eisers verblijfsrecht herleeft.
10. In de gegrondverklaring van het beroep ziet de rechtbank aanleiding om verweerder te veroordelen in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze kosten worden op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 1.674,- bestaande uit een punt voor het indienen van het beroepschrift en een punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 837,- en vermenigvuldigd met wegingsfactor 1 (gemiddeld).

Beslissing

De rechtbank:
 verklaart het beroep gegrond;
 vernietigt het bestreden besluit;
 veroordeelt verweerder in de door eiser gemaakte proceskosten ter hoogte van € 1.674,- (zestienhonderdvierenzeventig euro).
Deze uitspraak is gedaan door mr. W. Anker, rechter, in aanwezigheid van mr. A.S. Hamans, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen vier weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.