ECLI:NL:RBDHA:2023:13794

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 september 2023
Publicatiedatum
14 september 2023
Zaaknummer
09/313519-22 (dagvaarding I) en 15/078633-23 (dagvaarding II, gev.ttz)
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schuldigverklaring van verdachte voor meerdere Opiumwetdelicten met gevangenisstraf

Op 11 september 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan zes Opiumwetdelicten. De verdachte was betrokken bij twee professioneel ingerichte drugslabs waar harddrugs werden bewerkt met het oog op verdere verhandeling. De rechtbank heeft op basis van de tenlastelegging en het onderzoek ter terechtzitting geoordeeld dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig is aan de hem ten laste gelegde feiten. De verdachte heeft verklaard dat hij via een vriend in Bosnië in contact is gekomen met een man, maar de rechtbank achtte zijn verklaring ongeloofwaardig. De verdachte was regelmatig aanwezig bij de loodsen waar de drugslaboratoria zich bevonden en er zijn verschillende bewijsmiddelen gepresenteerd die zijn betrokkenheid aantonen. De rechtbank heeft de pleegperiode in de zaak uit Nieuwerkerk verkort en oordeelt dat de verdachte wist van de drugslaboratoria en daarover beschikkingsmacht had. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zes jaar, met aftrek van het voorarrest. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de ernst van de feiten en de gevolgen voor de volksgezondheid en de maatschappij.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummers: 09/313519-22 (dagvaarding I) en 15/078633-23 (dagvaarding II, gev.ttz)
Datum uitspraak: 11 september 2023
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1987 te [geboorteplaats] ,
BRP- [adres] ,
op dit moment gedetineerd in de penitentiaire [inrichting] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzitting van 28 augustus 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. A.M.A. Ramdharie-Beckers en van hetgeen de verdachte en zijn raadsman mr. F.T. Sakrak naar voren hebben gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte zijn meerdere feiten ten laste gelegd. De tekst van de tenlasteleggingen is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Het standpunt van de officier van justitie
Alle feiten op beide dagvaardingen kunnen bewezen worden verklaard. De verklaring van de verdachte over zijn eigen rol is volstrekt ongeloofwaardig. De uiterlijke verschijningsvorm levert bewijs op voor een bewuste en nauwe samenwerking bij twee drugslaboratoria.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdachte moet integraal worden vrijgesproken. Er is geen bewijs voor medeplegen en medeplichtigheid. Dat geldt ook voor de wetenschap van de drugslaboratoria. Van de verdachte is geen DNA gevonden. Subsidiair moet de pleegperiode worden verkort.
Op specifieke standpunten zal de rechtbank hierna voor zover nodig ingaan.
3.3.
Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft in bijlage II opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
3.4.
Bewijsoverwegingen
Op grond van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank de volgende feiten vast.
Op 30 mei 2022 is in een loods in Rijsenhout, gemeente Haarlemmermeer, een drugslaboratorium (cocaïne en (met)amfetamine) aangetroffen. Een agent rook op die dag rondom de loods een zwaar chemische lucht. Deze was ook in de loods duidelijk waarneembaar. Het geluid van de afzuiginstallatie was aan de buitenzijde van de loods goed te horen. In de fabricage- en verpakkingsruimte van de loods lagen de goederen die op de tenlastelegging (feiten 2 en 3) staan. Op 18 maart 2022 was de verdachte er om L-Glutamine af te geven. Tussen 20 en 29 mei 2022 zijn verschillende voertuigen bij de loods gezien, waaronder een Audi, Renault Citroën en een Mercedes Vito. De uiterlijke kenmerken ervan komen geheel overeen met voertuigen die bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer op het adres van de verdachte vermeld staan. Er werden meerdere mannen op verschillende dagen gezien. Zo ook de verdachte en wel meerdere keren. Op 25 mei 2022 was de verdachte bij de loods om 14 pakken keukenpapier af te geven.
Op 18 oktober 2022 is in een loods in Nieuwerkerk aan den IJssel, gemeente Zuidplas, een drugslaboratorium (cocaïne) aangetroffen. In verschillende ruimtes van de loods lagen de goederen die op de tenlastelegging (feiten 2 en 3) staan. De verdachte was regelmatig bij de loods, soms meerdere keren per dag, en ging daar ook in zijn eentje naar binnen. De telefoon van de verdachte straalde in de maanden juli, september en oktober 2022 zendmasten in de buurt van de loods aan. Ook twee andere mannen werden er gezien, al dan niet met de verdachte in wisselende samenstelling. Op 27 september 2022 kwam de verdachte in een groene auto bij de loods aan, ging daar in zijn eentje naar binnen en kwam niet veel later met zwarte handschoenen aan naar buiten. Hij liep terug naar de auto, pakte iets uit het portiersvak van de bestuurdersdeur en ging vervolgens de loods weer in. Kort daarop kwam de verdachte opnieuw naar buiten. Hij had geen handschoenen meer aan, stapte in de auto en reed weg. In de fabricage- en omkleedruimte van de loods zijn meerdere zwarte (chemische) handschoenen gevonden.
Tegen de achtergrond van het aan de verdachte ten laste gelegde dragen deze feiten – in onderlinge samenhang bezien – het vermoeden dat sprake is van betrokkenheid van de verdachte bij de drugslaboratoria. Het is dan aan de verdachte om tekst en uitleg te geven, in het bijzonder omtrent zijn regelmatige aanwezigheid bij beide loodsen.
Ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat hij via een vriend in Bosnië in contact is gekomen met de ‘kale man’. Hij heeft die man als vriendendienst geholpen, maar kent hem verder niet. De verdachte haalde hem in Rotterdam op en samen reden zij dan naar de loods in Nieuwerkerk. Zij kwamen ook samen bij de loods in Rijsenhout. De verdachte heeft tegen vergoeding tafels, stoelen, gereedschappen, boodschappen en personen afgeleverd, maar geen chemicaliën. Hij was slechts leverancier en dacht dat hij de spullen naar een bouwbedrijf bracht. Van drugs wist de verdachte niet. Hij kwam wel in de loodsen, maar niet in de gedeeltes waar het laboratorium zat. Op 27 september 2022 had de verdachte zwarte handschoenen aan om afval uit de auto weg te gooien.
De rechtbank acht de verklaring van de verdachte niet aannemelijk en op onderdelen zelfs ongeloofwaardig. Op camerabeelden is namelijk te zien dat de verdachte regelmatig bij de loodsen komt, maar daarop worden geen tafels en stoelen waargenomen. Bovendien valt niet in te zien waarom de verdachte gedurende meerdere maanden en soms meerdere keren per dag naar een loods zou gaan om daar steeds opnieuw dit soort spullen te brengen. En dat terwijl de verdachte in [adres] woont. Dat is ongeveer 51 km van de loods in Rijsenhout en ongeveer 104 km van de loods in Nieuwerkerk vandaan. Verder werd rondom en in de loods in Rijsenhout een zwaar chemische lucht waargenomen. De verdachte moet dit hebben geroken toen hij bij de loods was. Daarbij komt dat de verdachte heeft verklaard dat hij achter de witte roldeur in de loods is geweest. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat achter de witte roldeur zich het lab bevond. De verdachte heeft tevens verklaard dat hij daar blauwe jerrycans en rode tonnen heeft gezien
.Daarnaast is op de camerabeelden van 27 september 2022, die de rechtbank ter terechtzitting heeft getoond, slechts te zien dat de verdachte iets kleins uit het portiersvak van de bestuurdersdeur pakt en dit in zijn vuist mee terug de loods in neemt. Op de vraag van de rechtbank wat dit is, heeft hij verklaard dat niet meer te weten. De rechtbank vindt het bovendien onaannemelijk dat de verdachte vanaf zijn woonplaats naar Nieuwerkerk rijdt (ongeveer 104 km dus) om daar vervolgens handschoenen aan te doen en afval uit zijn auto te halen. Verder zijn de verdachte en de kale man regelmatig samen bij beide loodsen gezien. De rechtbank acht het ongeloofwaardig dat de verdachte van niets wist, terwijl hij de kale man op verschillende plekken in Rotterdam ophaalde. Ook kwamen zij soms tegelijk met één van de hierboven genoemde auto’s aan bij de loods. Tegen deze achtergrond pleiten de afwezigheid van DNA en (overig) direct bewijs voor uitvoeringshandelingen de verdachte niet vrij.
Gelet op al het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte wist van beide drugslaboratoria en dat hij daar ook de beschikkingsmacht over had. De rechtbank zal de pleegperiode in de zaak uit Nieuwerkerk verkorten van 1 juli 2022 tot en met 18 oktober 2022. De aard en omvang van beide drugslaboratoria laten geen andere conclusie toe dan dat de verdachte het ten laste gelegde in een bewuste en nauwe samenwerking met anderen heeft gedaan.
3.5.
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
09/313519-22
1
hij in de periode van 1 juli 2022 tot en met 18 oktober 2022 te Nieuwerkerk a/d IJssel, gemeente Zuidplas, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft bewerkt een hoeveelheid cocaïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2
hij op 18 oktober 2022 te Nieuwerkerk a/d IJssel, gemeente Zuidplas, tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten het opzettelijk vervaardigen van cocaïne
- voorwerpen
enstoffen voorhanden heeft gehad waarvan hij, verdachte, en zijn mededaders wisten dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit,
door de volgende voorwerpen
enstoffen voorhanden te hebben:
-
Een pand aan de [locatie 1] ,
- Tonnen, emmers en teilen,
- Koolstoffilters, afzuigslangen en slakkenhuizen,
- Compressor,
- Filtratie-unit,
- 2 x Hydraulische pers met persmallen,
- Logoplaten 'Nike' en 'Kenzo',
- Verpakkingsmaterialen (tape, folie en zakken),
- Droogkast,
- 2 x Magnetrons,
- Vacuümsealmachine,
- Elektronische balansen,
- Palletwagen,
- Vloeistofzuiger,
- 2 x Smokkelkisten,
- Vloeistof doseermachine,
- Pannen,
- Diverse chemicaliën,
- 134 x Zakje van 1kg cacao,
- 22 kg in 2 vuilniszakken cacao,
- Diverse tonnen en vaten met oplosmiddelen en dragermateriaal (bevat cocaïne) en
- Diverse jerrycans en zogenoemde IBCs (bevattend meer dan 3.000 liter vloeibaar afval);
3
hij op of omstreeks 18 oktober 2022 te Nieuwerkerk a/d IJssel, gemeente Zuidplas, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 156 kilo cacao bevattende cocaïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
15/078633-23
1
hij in de periode van 18 maart 2022 t/m 30 mei 2022 te Rijsenhout, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft bewerkt een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en (met)amfetamine, zijnde cocaïne en (met)amfetamine, middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2
hij op 30 mei 2022 te Rijsenhout, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten het opzettelijk vervaardigen van cocaïne en amfetamine,
- voorwerpen, vervoermiddelen
enstoffenvoorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, en zijn mededaders wisten dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit,
door de volgende voorwerpen, vervoermiddelen
enstoffen voorhanden te hebben:
-
Het pand aan [locatie 2] ,
-
Voertuigen,
- 1 kilogram bruto amfetamine,
- 2,6 kilogram aan cocaïne,
- Diverse chemicaliën (waaronder hexaan, ethylacetaat, isopropylalcohol, zwavelzuur, kaliumpermanganaat, calciumchloride, natriumbisulfiet en zwarte kool),
- Een mengsel van MethylEthylKeton (MEK) met hexaan,
- Drooglampen, een magnetron, twee persen, twee mallen, logo’s en versnijdingsmiddelen,
- Grote zwarte ballonnen en tape,
- 52 ( gebruikte) stroken,
- 38 ( lege) kiloverpakkingen,
-
Wijnsteenzuur en
- Jerrycans;
3
hij op of omstreeks 30 mei 2022 te Rijsenhout, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 2,6 kilogram cocaïne en ongeveer 1 kilogram amfetamine, telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zes jaar met aftrek van het voorarrest geëist.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft oplegging van gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest bepleit, in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf en eventueel een taakstraf.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
De verdachte is, samen met anderen, betrokken geweest bij twee drugslabs. In deze labs werden hoeveelheden harddrugs bewerkt met het oog op het verder verhandelen hiervan. In het ene lab is 2,6 kilo cocaïne en 1 kilo amfetamine aangetroffen; in het andere lab 157 kilo cacao, waarin naar schatting 14 kilo cocaïne was verwerkt.
Harddrugs brengen de volksgezondheid ernstige schade toe. Het bewerken van harddrugs vormt een belangrijke en onmisbare schakel in de keten van de georganiseerde (internationale) drugscriminaliteit. Met zijn handelen heeft de verdachte hieraan bijgedragen. Georganiseerde drugscriminaliteit is vaak de oorzaak van geweld, waarmee ook onschuldige en nietsvermoedende burgers worden geconfronteerd. Bovendien gaat deze vorm van criminaliteit gepaard met zwarte geldstromen en vindt er steeds vaker vermenging van de boven- en onderwereld plaats. Hiermee wordt de maatschappij ondermijnd. Daarbij wordt vaak, door het dumpen van afval, ernstige schade toegebracht aan het milieu. Ook bestaat er ontploffings- en brandgevaar bij het onprofessioneel opslaan en bewerken van diverse chemicaliën. De verdachte heeft zich om al deze gevolgen kennelijk niet bekommerd en kennelijk slechts gehandeld uit winstbejag.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 19 juli 2023, waaruit blijkt dat de verdachte niet is veroordeeld voor strafbare feiten.
De rechtbank is van oordeel dat oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur de enige passende strafrechtelijke reactie op het bewezen verklaarde is. In aanmerking genomen dat het hier gaat om twee professioneel ingerichte drugslabs en nu de verdachte op geen enkele wijze verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn betrokkenheid daarbij, acht de rechtbank de eis van de officier van justitie passend en geboden. De rechtbank zal de verdachte dus veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zes jaar, met aftrek van het voorarrest.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

7.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen:
- 47, 55 en 57 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2, 10 en 10a van de Opiumwet en de daarbij behorende lijst I.
Deze voorschriften zijn toegepast zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

8.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.5. bewezen is verklaard, en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
parketnummer 09/313519-22:
feit 1
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
feiten 2 en 3
eendaadse samenloop van
medeplegen van om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen, vervoermiddelen en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
en
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
parketnummer 15/078633-23:
feit 1
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
feiten 2 en 3
eendaadse samenloop van
medeplegen van om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
en
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (ZES) JAREN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit vonnis is gewezen door
mr. J.R.K.A.M. Waasdorp, voorzitter,
mr. L.C. Bannink, rechter,
mr. M. Garabitian, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. E.A. van Beelen, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 11 september 2023.