In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiser tegen het voortduren van de aan hem opgelegde maatregel van bewaring beoordeeld. Deze maatregel is opgelegd op 21 mei 2023 en is eerder getoetst in uitspraken van 5 juni 2023 en 20 juli 2023. De rechtbank heeft op 31 augustus 2023 het vooronderzoek gesloten en bepaald dat de zaak niet op zitting wordt behandeld. Eiser heeft niet gereageerd op de overgelegde voortgangsrapportage van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en heeft geen beroepsgronden ingediend.
De rechtbank concludeert dat het voortduren van de maatregel van bewaring niet onrechtmatig is. De rechtbank legt uit dat als de maatregel in strijd is met de Vreemdelingenwet 2000 of niet gerechtvaardigd is, zij het beroep gegrond kan verklaren. In dit geval is er echter geen aanleiding om te twijfelen aan de rechtmatigheid van de maatregel, aangezien eiser geen argumenten heeft aangedragen die dit zouden kunnen onderbouwen. De rechtbank wijst ook het verzoek om schadevergoeding af en oordeelt dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door rechter M.J.M. Verhoeven en griffier S.M. Hampsink, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.