In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 4 september 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, die een urgentieverklaring voor een woning met een extra slaapkamer heeft aangevraagd, en het dagelijks bestuur van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland, dat deze aanvraag heeft afgewezen. Eiseres woont op de vijfde verdieping van een etagewoning en heeft aangegeven last te hebben van hoogtevrees, wat haar psychische gezondheid negatief beïnvloedt. Ze heeft een urgentieverklaring aangevraagd om in aanmerking te komen voor een benedenwoning met twee slaapkamers, omdat ze 24-uurszorg nodig heeft en het noodzakelijk is dat zorgverleners in bepaalde periodes bij haar kunnen verblijven.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de urgentieverklaring door verweerder is toegekend, maar met een zoekprofiel voor een benedenwoning met maximaal één slaapkamer. Eiseres betoogt dat dit niet voldoende is, omdat zij een tweede slaapkamer nodig heeft voor de zorgverleners. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat verweerder de medische noodzaak voor een tweede slaapkamer niet heeft hoeven aannemen, omdat dit niet voldoende was aangetoond. De rechtbank heeft daarbij verwezen naar een aanvullend medisch advies van de GGD-arts, waarin werd gesteld dat de noodzaak voor een tweede slaapkamer niet op medische gronden was onderbouwd.
De rechtbank heeft verder geoordeeld dat de hardheidsclausule, die de mogelijkheid biedt om af te wijken van de verordening in bijzondere gevallen, niet van toepassing is. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep van eiseres ongegrond is, wat betekent dat het zoekprofiel niet hoeft te worden aangepast. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten en het griffierecht wordt niet teruggegeven. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.