ECLI:NL:RBDHA:2023:13616

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 september 2023
Publicatiedatum
11 september 2023
Zaaknummer
09/073947-23
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Woninginbraak en pogingen tot woningbraak met gebruik van geweld

Op 11 september 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan een woninginbraak en vier pogingen tot woningbraak. De verdachte heeft in een korte periode meerdere woningen in Voorschoten en Leiden geprobeerd te betreden door het gooien van stenen door de ruiten. Tijdens deze inbraken waren verschillende bewoners thuis, wat leidde tot confrontaties in hun slaapkamers. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de impact op de slachtoffers en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De verdachte heeft geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden en heeft geen verklaring gegeven voor de aanwezigheid van zijn DNA op de aangetroffen stenen. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen gedeeltelijk toegewezen, waarbij de verdachte is veroordeeld tot schadevergoeding voor de geleden materiële schade.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummers: 09/073947-23
Datum uitspraak: 11 september 2023
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1994 te [geboorteplaats] ,
BRP- [adres 1] ,
op dit moment gedetineerd in de penitentiaire [inrichting] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzitting van 28 augustus 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. N.C. Neelis en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsvrouw mr. A.B.M. Nohl naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij, op of omstreeks 17 februari 2023 te Voorschoten ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten [adres 2] in Voorschoten, alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, goederen van zijn gading, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming
- zich de toegang tot die woning heeft verschaft door het gooien van één of meerdere (bak)stenen door de ruit van de tuindeur, en/of
- ( vervolgens) die woning heeft betreden, en/of
- ( vervolgens) verschillende kamers in die voornoemde woning heeft doorzocht, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
hij, op of omstreeks 18 februari 2023 te Voorschoten ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten [adres 3] in Voorschoten, alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, goederen van zijn gading, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [benadeelde partij 3] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming
- zich de toegang tot die woning heeft verschaft door het gooien van één of meerdere (bak)stenen door de ruit van de woonkamer, en/of
- ( vervolgens) die woning heeft betreden, en/of
- ( vervolgens) diverse kasten en/of lades in verschillende kamers in die voornoemde woning heeft doorzocht,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3
hij, in of omstreeks de periode van 24 februari 2023 tot en met 26 februari 2023 te Leiden ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, [adres 4] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, goederen van zijn gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde partij 4] en/of [benadeelde partij 5] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel
- zich de toegang tot die woning heeft verschaft door het gooien van één of meerdere (bak)stenen door een ruit aan de voorzijde van de woning, en/of
- ( vervolgens) die woning heeft betreden, en/of
- ( vervolgens) diverse kasten en/of lades in verschillende kamers in die voornoemde woning heeft doorzocht,,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4
hij, in of omstreeks de periode van 21 januari 2023 tot en met 3 februari 2023 te Leiden ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten [adres 5] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, goederen van zijn gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde partij 6] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel
- één of meerdere (bak)stenen door een van de ruiten van de woning heeft gegooid om zich de toegang tot de woning te verschaffen, en/of
- ( vervolgens) de woning heeft betreden, en/of
- ( vervolgens) in die voornoemde woning in verschillende kamers diverse kasten en/of lades heeft doorzocht,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5
hij, op of omstreeks 3 februari 2023 te Leiden, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten [adres 6] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, een horloge, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde partij 7] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen horloge onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel.

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak van de ten laste gelegde feiten bepleit. Op specifieke standpunten van de raadsvrouw zal de rechtbank - voor zover relevant - hierna ingaan.
3.3.
Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft hierna opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het [nummer] , van de politie eenheid Den Haag, district F, recherche Leiden en Bollenstreek, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 301).
Ten aanzien van feit 1
1. Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 1] , opgemaakt op 17 februari 2023, voor zover inhoudende (p. 23-24):
Plaats delict: [adres 2] Voorschoten
Pleegdatum: 17 februari 2023
Aangever
[benadeelde partij 1]
[benadeelde partij 1]
Zij deed aangifte mede namens [benadeelde partij 2] .
Op 16 februari 2023 om 23.00 uur lagen mijn man en ik in bed, in onze slaapkamer. Onze slaapkamer bevindt zich op de eerste verdieping van onze woning. Alle ramen en deuren waren slotvast afgesloten.
Om 00.02 uur werd ik wakker van geluiden uit de woonkamer welke ik omschrijf als gerommel. Dit geluid hoorde ik enkele minuten lang. Vervolgens hoorde ik iemand de trap oplopen. Daarna zag ik in de deuropening van onze slaapkamer een man staan.
Toen de politie er was ben ik naar de woonkamer gelopen, die zich op de begane grond bevind. Ik zag dat er twee bakstenen door het raam van de tuindeur waren gegooid.
Op het moment van doen van deze aangifte mis ik nog geen goederen.
2. Het proces-verbaal forensisch onderzoek woning [adres 2] Voorschoten), opgemaakt op 3 maart 2023, voor zover inhoudende (p. 43):
Op 17 februari 2023 kwamen wij voor forensisch onderzoek aan op de locatie
[adres 2] Voorschoten
Wij zagen:
- in het dubbelglas een gat van circa 67 cm x 115 cm op 30 cm hoogte;
- op de vloer een donker bruine steen liggen van circa 18cm x 15cm x 6cm;
- dat de steen op circa één meter afstand lag vanaf het raam;
- op de vloer een rode steen van circa 21 cm x 10 cm x 5 cm;
- dat de steen op circa 180 cm afstand lag vanaf het raam.
Hierop heb ik verbalisant de donker bruine steen bemonsterd op de mogelijke aanwezigheid van humaan biologisch celmateriaal.
SIN: AAPR3039NL
Datum veiligstellen: 17 februari 2023
Plaats veiligstellen: vloer binnen
Bijzonderheden: donker bruine steen onderzijde
3. Een geschrift, te weten een deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek, op 7 maart 2023 opgemaakt door [naam 1] , NRGD-geregistreerd forensisch DNA-deskundige, voor zover inhoudende (p. 48):
Bemonstering
DNA-profiel
Mogelijke donor
van celmateriaal
AAPR3039NL
DNA-mengprofiel afkomstig van celmateriaal van
minimaal twee donoren, van wie zeker één man.
Er is een DNA-hoofdprofiel afgeleid van een man. De
frequentie van het DNA-hoofdprofiel is kleiner dan
één op één miljard.
[verdachte]
(DNA-hoofdprofiel)
Ten aanzien van feit 2
1. Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 3] , opgemaakt op 18 februari 2023, voor zover inhoudende (p. 53-54):Ik woon op [adres 3] in Voorschoten.
Op 18 februari 2023, omstreeks 00.00 uur, kwam ik thuis en was mijn woning in goede staat.
Op 18 februari 2023, omstreeks 08.40 uur, liep ik vanuit de slaapkamer naar beneden. Op dat moment zag ik dat mijn tas en de inhoud daarvan in de gang achter de voordeur lag. Ik liep verder en zag dat de deur van de gang naar de woonkamer openstond. Ik wist zeker dat ik deze afgesloten had voordat ik naar bed ging. Ik liep de woonkamer in en zag dat er in het raam aan de voorzijde van de woning een groot gat zat. Ik zag dat op mijn vensterbank en mijn bank die achter het raam staat allemaal glas lag. Ik zag dat er een baksteen op de bank lag.
Ik liep terug naar de gang en zag dat de voordeur op een kier stond, ik sloot de deur en liep terug naar boven om te kijken of zij daar geweest waren. Ik zag dat in verschillende kamers boven lades en kastjes openstonden.
2. Het proces-verbaal van bevindingen camerabeelden Ringdeurbel [adres 3] opgemaakt op 15 maart 2023, voor zover inhoudende (p. 60-63):
Op zaterdag 18 februari 2023 werd er aangifte gedaan van diefstal uit woning op [adres 3] in Voorschoten, gepleegd op 18 februari 2023. De aangeefster leverde camerabeelden aan, afkomstig van haar ringdeurbel.
Om 03:07:35 uur komt er een persoon (hierna NN01 genoemd) de tuin in gelopen. NN01 draagt in zijn rechterhand een baksteen.
De jas die NN01 draagt, is voorzien van een hoofdletter ‘H’ op de linkerborst.
3. Het proces-verbaal van bevindingen vergelijking inbeslaggenomen jas en camerabeelden, opgemaakt op 30 maart 2023, voor zover inhoudende (p. 201-203):
Op 20 maart 2023 werd de [verdachte] geboren op [geboortedag] 1994 buiten heterdaad aangehouden. Aansluitend vond er een doorzoeking plaats in huurvoertuig bij [verdachte] in gebruik. In dit voertuig werd een jas van het merk HagWs aangetroffen en in beslag genomen. De jas vertoont sterke gelijkenissen met de jas die er door de dader gedragen wordt op de camerabeelden.
De inbeslaggenomen jas is, net als de jas op de camerabeelden, voorzien van een blokletter 'H'. De contouren van deze 'H' op de camerabeelden, komt overeen met de 'H' op de inbeslaggenomen jas. Onder deze letter staat het merk 'Haglitiffs'. Op de jas op de camerabeelden is te zien dat er iets onder de letter 'H' staat.
De inbeslaggenomen jas is bij de kraag voorzien van zogenaamde aantrekkoorden, evenals de jas op de camerabeelden. Deze komen qua vorm overeen. Ook heeft de inbeslaggenomen jas een beschadiging net naast de ritssluiting, halverwege de jas. Op de camerabeelden is een oneffenheid te zien op dezelfde plek.
De inbeslaggenomen jas is, evenals de jas op de camerabeelden, voorzien van een elastieken band op de mouwen.
4. De verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 28 augustus 2023, voor zover inhoudende:
Het klopt dat de jas met daarop de letter ‘H’, die de politie in mijn auto heeft aangetroffen, van mij is.
5. Het proces-verbaal forensisch onderzoek woning ( [adres 3] Voorschoten), opgemaakt op 22 februari 2023, voor zover inhoudende (p. 68-70):
Op 18 februari 2023 om 10:15 uur kwam ik voor forensisch onderzoek aan op de locatie [adres 3] Voorschoten.
Ik zag dat:
- in de voortuin onder het naar buiten draaiend raam van de woonkamer, een
gietijzeren tuinstoel stond;
- onder en om deze tuinstoel verspreid op de tuintegels, grote en kleine
glasscherven lagen;
- het glas van het naar buiten draaiend raam verbroken was;
- in de sponning van dit raam, grote en kleine glasscherven zaten;
- in dit raam een gat zat;
- het mogelijke was de woning te betreden via dit gat;
- op de vensterbank glasscherven lagen;
- achter de vensterbank, een bank stond;
- op de zitting van de bank grote en kleine glasscherven lagen;
- op de zitting van de bank, een stenen tegel lag.
Ik heb de randen van de stenen tegel bemonsterd op de mogelijke aanwezigheid van humaan biologisch celmateriaal en voorzien van SIN AAPE1741NL.
Datum veiligstellen: 18 februari 2023
Plaats veiligstellen: randen steen aangetroffen op bank woonkamer
6. Een geschrift, te weten een deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek, op 7 maart 2023 opgemaakt door [naam 1] , NRGD-geregistreerd forensisch DNA-deskundige, voor zover inhoudende (p. 72):
Bemonstering
DNA-profiel
Mogelijke donor
van celmateriaal
AAPE1741NL
DNA-mengprofiel afkomstig van celmateriaal van
minimaal twee donoren, van wie zeker één man.
Er is een DNA-hoofdprofiel afgeleid van een man. De
frequentie van het DNA-hoofdprofiel is kleiner dan één
op één miljard.
[verdachte]
(DNA-hoofdprofiel)
Ten aanzien van feit 3
1. Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 4] , opgemaakt op 15 maart 2023, voor zover inhoudende (p. 165-166):
Ik ben woonachtig samen met mijn echtgenoot [benadeelde partij 5] in een woning gelegen aan [adres 4] te Leiden.
Op 24 februari 2023 heb ik samen met mijn echtgenoot de woning verlaten en de woning slotvast afgesloten. Wij gingen op vakantie. Op 26 februari 2023 omstreeks 17.30 uur werden wij gebeld door een buurvrouw. Wij hoorden dat er een raam aan de voorzijde van de woning was ingegooid.
In de werkkamer stonden 2 lades van het bureau open. In de slaapkamer stonden 2 deuren van de kledingkasten open en 2 lades. Een en ander was opzij geschoven. In de werkkamer stond nog een lade open van een kast.
2. Het proces-verbaal forensisch onderzoek woning ( [adres 4] Leiden), opgemaakt op 6 maart 2023, voor zover inhoudende (p. 168-170):
Op 27 februari 2023 om 09:20 uur kwamen wij voor forensisch onderzoek aan op de locatie [adres 4] Leiden.
Wij zagen dat voor de erker, in de tuin, diverse glasscherven lagen.
De woonkamer
Wij zagen dat:
- er glas op de vloer lag;
- het meest rechter raam van de erker verbroken was;
- het gat in de ruit een hoogte had van 82 centimeter en een breedte had van 38 centimeter breed, gemeten vanaf de vloer.
Wij zagen dat er rechts naast de bank op de vloer een stuk stoeptegel lag. Wij hebben de stoeptegel bemonsterd op de mogelijke aanwezigheid van humaan biologisch celmateriaal.
De werkkamer.
Wij zagen dat de laden van het bureau openstonden.
De slaapkamer aan de achterzijde van de woning
Wij zagen dat:
- er diverse kastdeuren en laden open stonden;
- er goederen op de vloer lagen.
Slaapkamer met badkamer.
Wij zagen dat er diverse kasten en laden open stonden.
SIN: AAOK6672NL
Datum veiligstellen: 27 februari 2023
Plaats veiligstellen: Op stoeptegel in woonkamer rechts naast bank
3. Een geschrift, te weten een deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek, op 22 maart 2023 opgemaakt door [naam 2] , NRGD-geregistreerd forensisch DNA-deskundige, voor zover inhoudende (p. 172-174):
Bemonstering
DNA-profiel
Mogelijke donor
van celmateriaal
AAOK6672NL
DNA-mengprofiel afkomstig van celmateriaal van
minimaal drie donoren, van wie zeker één man.
[verdachte]
Om een uitspraak te doen over het mogelijk aanwezig zijn van celmateriaal van [verdachte] in de bemonstering AAOK6672NL is de likelihood -ratio (LR) methode toegepast. Daarbij worden de resultaten bezien in het licht van twee, elkaar uitsluitende hypothesen.
Hypothese 1: de bemonstering bevat DNA van [verdachte] en twee onbekende, niet verwante personen.
Hypothese 2: de bemonstering bevat DNA van drie onbekende, niet verwante personen.
De resultaten van het onderzoek aan de bemonstering zijn extreem veel waarschijnlijker wanneer hypothese 1 juist is dan wanneer hypothese 2 juist is.
Ten aanzien van feiten 4 en 5
1. Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 6] , opgemaakt op 6 februari 2023, voor zover inhoudende (p. 177):
Op 21 januari 2023 omstreeks 17:00 uur heb ik mijn vakantiehuis, aan het [adres 5] te Leiden, slotvast en schadevrij achtergelaten.
Op 4 februari 2023 om 01:05 uur werd ik gebeld door een kennis. Zij vertelde mij dat er politie bij mijn vakantiehuis stond en dat er bij meerdere vakantiehuisjes was ingebroken. Ik ben direct vanuit mijn huis weggegaan en kwam om 01:15 uur aan bij mijn vakantiehuis. Bij mijn vakantiehuis aangekomen, zag ik dat aan de rechterzijde van de woning een raam was ingegooid. Toen ik mijn voordeur opende, zag ik overal in de keuken en in een deel van de aangrenzende woonkamer glas liggen. Ook zag ik een halve baksteen liggen.
2. Het proces-verbaal forensisch onderzoek woning ( [adres 5] Leiden), opgemaakt op 22 februari 2023, voor zover inhoudende (p. 179-181):
Op 4 februari 2023 om 15:15 uur kwamen wij voor een forensisch onderzoek aan op de locatie [adres 5] te Leiden.
Tijdens het ingestelde onderzoek werd door ons het navolgende bevonden en
waargenomen. Wij zagen
- het glas in het raam, aan de rechterzijde ter hoogte van de keuken, was gebroken;
- de twee raambomen, welke zich bevonden aan de onderzijde van het raam en het kozijn, waren gebroken;
- er glas op de vloer in de keuken en woonkamer van de woning lag;
- in de lijn van het gebroken raam, gelegen tussen de open keuken en de woonkamer, een baksteen lag;
- nabij die baksteen een beschadiging in de vloer zat;
Aan de hand van bovenstaande bevindingen hebben wij de baksteen bemonsterd op eventuele aanwezigheid van humaan biologische sporen. De
bemonstering is door ons veiliggesteld, gewaarmerkt en voorzien van SIN AAQN1925NL.
Datum veiligstellen: 4 februari 2023
Plaats veiligstellen: steen op vloer in woning
3. Een geschrift, te weten een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, op 229 maart 2023 opgemaakt door [naam 3] , NFI-deskundige, voor zover inhoudende (p. 185-187):
AAQN1925NL steen op vloer in woning
DNA kan afkomstig zijn van:
minimaal twee personen:
- [verdachte] – bewijskracht meer dan 1 miljard
- minimaal één onbekend persoon
AAQN1925NL#01 (steen op vloer in woning)
Voor deze berekening is aangenomen dat de bemonstering DNA bevat van twee (niet-verwante) personen. DNA-mengprofiel AAQN1925NL#01 is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer het DNA afkomstig is van [verdachte] en een willekeurige onbekende persoon, dan wanneer het DNA afkomstig is van twee willekeurige onbekende personen.
4. Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 7] , opgemaakt op 4 februari 2023, voor zover inhoudende (p. 190):
Plaats delict: [adres 6] Leiden
Pleegdatum/tijd: 3 februari 2023 om 21.45 uur
Ik verliet om ongeveer 17:00 uur mijn vakantiehuis. Eén van de buren, [naam 4] , verliet het park rond 20:00 uur. [naam 4] vertelde mij dat toen hij het park verliet, mijn huisje nog geen schade had. Rond 22:00 uur kwam [naam 4] weer thuis. Ik hoorde van hem dat mijn raam toen stuk was. Ik ben naar mijn vakantiehuisje toe gekomen. Ik zag daar dat een raam stuk was. Ik zag dat er binnen glasscherven lagen en dat er twee bakstenen in de woonkamer lagen. Deze lagen tussen de glasscherven. Ik heb binnen gekeken. Ik zag dat in de slaapkamer de bovenste lade van een kastje open was. Ik zag dat er een horloge weggenomen was. De deur van het vakantiehuisje zat nog op slot.
5. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 22 maart 2023, voor zover inhoudende (p. 204-209):
Het beeldmateriaal is van de camera van de ingang van het [recreatiepark]
, gevestigd Leiden, [adres 7] .
Opnamedatum: 3 februari 2023
Opnametijd(en): 20.48-21.48 uur
De persoon die ik in beeld zie kan ik als volgt omschrijven.
Een man met een wat kalend hoofd en een baardje.
03/02/2023 20.54:26
Op de camerabeelden zie ik een personenauto voor het terrein van het recreatiepark tot stilstand komen.
03/02/2023 20:55:29
Op de camerabeelden zie ik dat de persoon bij die auto vandaan loopt in de richting van het hek. Tevens zie ik dat het licht van de auto uit gaat.
03/02/2023 20.55:48
Ik zie dat de persoon het terrein oploopt.
03/02/2023 21:04:28
Na ongeveer 9 minuten zie ik de persoon richting de zijingang van het hek loopt en het park weer verlaat.
03/02/2023 21:05:25
Vervolgens zie ik dat de lichten van de auto knipperen en zie ik de persoon het terrein weer opkomen.
03/02/2023 21:31:54
Ik zie de persoon. Ik zie dat hij via de zijingang het terrein wil verlaten. Op de camerabeelden zie ik hem dat ook doen.
03/02/2023 21:32:08
Op de camerabeelden zie ik de persoon richting zijn auto lopen.
03/02/2023 21:33:10
Ik zie dat de auto het terrein afrijdt.
6. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 4 mei 2023, voor zover inhoudende (p. 211):
Op donderdag 4 mei 2023 was ik, [verbalisant] , op het bureau van politie te Leiden. Aldaar werd de herkenning gevraagd van een persoon. Verder wat mij geen informatie gegeven over de persoon of wat deze persoon gedaan zou hebben. Het betrof een video bestand van een man welke aan kwam rijden met een personenauto en dan via een hek een erf oploopt.
Toen ik de beelden zag herkende ik de man direct als de mij ambtshalve bekende:
[verdachte]
Geboren op: [geboortedag] 1994 te [geboorteplaats]
Ik, [verbalisant] , ken [verdachte] al ruim 10 jaar. Ik, [verbalisant] , heb in het verleden meerdere malen met [verdachte] te maken gehad. De laatste keer was 1 februari 2023 tijdens een verkeerscontrole te Leiden. Ik, [verbalisant] , heb toen enkele minuten met [verdachte] staan praten. Toen ik de beelden zag herkende ik [verdachte] direct voor 100 procent. Ik herkende hem aan zijn gezicht en zijn postuur.
3.4.
Bewijsoverwegingen
Uit de aangiftes blijkt dat bij vijf woningen, waarvan twee vakantiewoningen, is ingebroken en dat in één geval daadwerkelijk iets is gestolen. De werkwijze van de dader was daarbij telkens dezelfde, namelijk het gooien van een steen door een ruit van de woning om zich de toegang tot die woning te verschaffen. In elk van de woningen is een steen aangetroffen, telkens vlakbij de ingegooide ruit. Daarmee zijn de stenen essentiële onderdelen van de ten laste gelegde feiten. Van die stenen zijn sporen veiliggesteld. Op de stenen die in vier van de vijf woningen zijn aangetroffen ( [adres 2] , [adres 3] , [adres 4] en [adres 5] ; feiten 1 tot en met 4) is een DNA-mengprofiel gevonden dat matcht met het DNA-profiel van de verdachte. Dit alles schreeuwt om een uitleg van de verdachte. De verdachte heeft echter geen verklaring gegeven over hoe zijn DNA op deze stenen terecht is gekomen. Gelet daarop en op de plaats waar de stenen zijn aangetroffen, merkt de rechtbank het DNA-spoor van de verdachte aan als daderspoor. Dat het gaat om een mengprofiel, doet daaraan niet af. Dit zegt hooguit dat er mogelijk ook DNA van een of meer anderen op deze stenen zit, maar doet niet af aan de betrokkenheid van de verdachte. Op de betrokkenheid van de verdachte bij de inbraak in de woning aan [adres 3] (feit 2) duidt bovendien dat er op camerabeelden van de deurbel te zien is dat de dader een jas draagt met daarop de letter H, terwijl de verdachte ook zo’n jas in zijn bezit had. Op de betrokkenheid van de verdachte bij de inbraak in de woning aan het [adres 5] (feit 4) duiden ook camerabeelden, gemaakt bij de ingang van het vakantiepark waarop deze woning ligt. De inbraak in deze woning is ontdekt in de vroege ochtend van 4 februari 2023. De camerabeelden zijn gemaakt in de avond van 3 februari 2023. Op die beelden is te zien dat een man, die door een politieambtenaar wordt herkend als de verdachte, op 3 februari 2023 om 20:55 uur uit een auto stapt, het park betreedt, na negen minuten weer terugkomt, het park weer betreedt en na een klein half uur in de auto stapt en om 21:33 uur wegrijdt. De rechtbank is van oordeel dat de beelden van voldoende kwaliteit zijn om een herkenning mogelijk te maken, terwijl de politieambtenaar heeft opgeschreven waar hij de verdachte van kende en aan de hand van welke kenmerken hij de herkenning heeft gedaan. De rechtbank gaat er daarom van uit dat de verdachte deze poging tot inbraak heeft gepleegd in de avond van 3 februari 2023.
De rechtbank acht op grond hiervan de feiten 1 tot en met 4 wettig en overtuigend bewezen.
Op de in de vakantiewoning aan het [adres 6] aangetroffen steen (feit 5) is geen DNA van de verdachte aangetroffen. Blijkens de aangifte is in deze woning ingebroken op 3 februari 2023 tussen 20:00 uur en 22:00 uur. Deze woning ligt op hetzelfde vakantiepark als de woning aan het [adres 5] (feit 4). Zoals blijkt uit de hiervoor besproken camerabeelden, was de verdachte op dat park toen daar werd ingebroken in de woning op nummer 13. Hij heeft daar die avond bovendien ingebroken in de woning op nummer 7, met dezelfde modus operandi. Die modus operandi heeft hij later nog meerdere malen gebruikt (feiten 1 tot en met 3). Uit deze omstandigheden in onderling verband en samenhang bezien, leidt de rechtbank af dat de verdachte ook het onder 5 ten laste gelegde feit heeft gepleegd.
Concluderend acht de rechtbank alle feiten en wettig en overtuigend bewezen.
3.5.
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
1
hij op 17 februari 2023 te Voorschoten ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om in een woning, te weten [adres 2] in Voorschoten, alwaar hij, verdachte, zich tegen de wil van de rechthebbende bevond, enig goed, dat geheel of ten dele aan [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] toebehoorde, weg te nemen met het oogmerk om
ditzich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak
- zich de toegang tot die woning heeft verschaft door het gooien van meerdere (bak)stenen door de ruit van de tuindeur en
- vervolgens die woning heeft betreden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
hij op 18 februari 2023 te Voorschoten ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om in een woning, te weten [adres 3] in Voorschoten, alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, enig goed, dat geheel of ten dele aan [benadeelde partij 3] toebehoorde, weg te nemen met het oogmerk om
ditzich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak
- zich de toegang tot die woning heeft verschaft door het gooien van een (bak)steen door de ruit van de woonkamer en
- vervolgens die woning heeft betreden en
- vervolgens diverse kasten en lades in verschillende kamers in die voornoemde woning heeft doorzocht,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3
hij in de periode van 24 februari 2023 tot en met 26 februari 2023 te Leiden ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om in een woning, [adres 4] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, enig goed, dat geheel of ten dele aan [benadeelde partij 4] en/of [benadeelde partij 5] toebehoorde, weg te nemen met het oogmerk om
ditzich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak
- zich de toegang tot die woning heeft verschaft door het gooien van een steen door een ruit aan de voorzijde van de woning en
- ( vervolgens) die woning heeft betreden en
- ( vervolgens) diverse kasten en lades in verschillende kamers in die voornoemde woning heeft doorzocht,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4
hij
op3 februari 2023 te Leiden ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om in een woning, te weten [adres 5] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, enig goed, dat geheel of ten dele aan [benadeelde partij 6] toebehoorde, weg te nemen met het oogmerk om
ditzich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te door middel van braak
- een (bak)steen door een van de ruiten van de woning heeft gegooid om zich de toegang tot de woning te verschaffen en
- ( vervolgens) de woning heeft betreden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5
hij op 3 februari 2023 te Leiden, in een woning, te weten [adres 6] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, een horloge, dat aan [benadeelde partij 7] toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om
ditzich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en de bijzondere voorwaarden zoals deze door de reclassering zijn geadviseerd. Voorts heeft de officier van justitie gevorderd dat deze voorwaarden dadelijk uitvoerbaar worden verklaard.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest op te leggen, eventueel in combinatie met een voorwaardelijke straf.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
De verdachte heeft zich in een zeer korte periode schuldig gemaakt aan een woninginbraak en vier pogingen tot woningbraak. Een van deze pogingen heeft gedurende de nacht plaatsgevonden, terwijl de bewoners lagen te slapen. Deze bewoners zijn geconfronteerd met de aanwezigheid van de verdachte in hun eigen woning, zelfs in hun slaapkamer wat blijkens de aangifte een enorme schok heeft veroorzaakt. Door een woninginbraak, maar ook door een poging daartoe, wordt inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van slachtoffers, die zich in hun eigen woning bij uitstek veilig moeten kunnen voelen. Woninginbraken zorgen daarnaast bij omwonenden ook voor gevoelens van angst en onveiligheid. De manier waarop de verdachte de woningen is binnengekomen, namelijk door het gooien van een steen door een ruit, getuigt van brutaliteit en een gebrek aan respect voor het eigendom van anderen. De verdachte heeft zich blijkbaar enkel laten leiden door zijn eigen financiële belangen, zonder rekening te houden met de gevolgen van zijn handelen. Daarnaast heeft de verdachte geen enkele verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 31 mei 2023, waaruit blijkt dat hij recent niet is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Verder heeft de rechtbank kennisgenomen van de reclasseringsadviezen over de verdachte van 15 juni 2023 en 7 augustus 2023. Uit deze rapporten komt het volgende naar voren. Er is sprake van problematiek op nagenoeg alle leefgebieden. De reclassering adviseert om de verdachte een deels voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, een ambulante behandelverplichting en meewerken aan schuldhulpverlening. Binnen het reclasseringstoezicht zal er aandacht zijn voor de problematische leefgebieden en kan de verdachte naar hulpverlenende instanties worden doorverwezen.
Gezien de ernst van de feiten is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met een lichtere of andere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt. De rechtbank acht een gevangenisstraf van 24 maanden passend en geboden.
De rechtbank ziet in de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte aanleiding voor een voorwaardelijk strafdeel. De rechtbank acht het van belang dat de verdachte na zijn detentie de begeleiding krijgt die hij volgens de reclassering nodig heeft. Om dat te bewerkstelligen, zal de rechtbank de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden verbinden aan het voorwaardelijk strafdeel. De duur van dat strafdeel bepaalt de rechtbank op acht maanden, met een proeftijd van drie jaren, zodat de verdachte een stevige stok achter de deur heeft.
Anders dan de officier van justitie heeft gevorderd, zal de rechtbank niet de dadelijke uitvoerbaarheid van het reclasseringstoezicht en de bijzondere voorwaarden bevelen. Ingevolge artikel 14e van het Wetboek van Strafrecht is daarvoor vereist dat er rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Daarvan is de rechtbank niet gebleken.

7.De vorderingen van de benadeelde partijen

7.1.
De vorderingen
[benadeelde partij 6] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 549,-, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Dit bedrag bestaat uit € 249,- aan materiële schade en € 300,- aan immateriële schade.
[benadeelde partij 4] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 264,70, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
7.2.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ten aanzien van de vordering van [benadeelde partij 6] geconcludeerd tot toewijzing van de vordering voor wat betreft de materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Het overige deel dient niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Met betrekking tot de vordering van [benadeelde partij 4] heeft de officier van justitie geconcludeerd tot toewijzing van de vordering, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.3.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen te ingewikkeld zijn om in het kader van dit strafproces te beoordelen en derhalve niet-ontvankelijk moeten worden verklaard. Subsidiair heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen onvoldoende zijn onderbouwd.
7.4.
Het oordeel van de rechtbank
Onevenredige belasting van het strafgeding?
De rechtbank is van oordeel dat de vorderingen duidelijk en overzichtelijk zijn opgebouwd. Er is geen enkele twijfel over wat de benadeelde partijen vorderen. Daarom is geen enkele sprake van een onevenredige belasting van het strafgeding.
[benadeelde partij 6]
Uit de bijlagen bij het schadeformulier volgt dat ten aanzien van de materiële schade reeds een uitkering door de verzekering aan de benadeelde partij heeft plaatsgevonden. Door de benadeelde partij is onvoldoende onderbouwd waar het gevorderde resterende bedrag van € 249,- op ziet. De rechtbank zal de benadeelde partij daarom voor dit deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren.
De benadeelde partij heeft voorts immateriële schade gevorderd. De grondslag van de vordering is gelegen in de aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ als bedoeld in artikel 6:106, eerste lid, onder b, van het Burgerlijk Wetboek. Bij de benadeelde partij zou sprake zijn van psychische schade. Er zijn naar het oordeel van de rechtbank echter onvoldoende concrete gegevens aangevoerd waaruit blijkt dat naar aanleiding van het strafbare feit psychische schade bij de benadeelde partij is ontstaan. De rechtbank begrijpt heel goed dat een woninginbraak tot gevoelens van angst kan leiden, maar zij acht de normschending niet zodanig dat ook zonder onderbouwing van een deskundige een aantasting in de persoon op andere wijze kan worden aangenomen. De rechtbank zal daarom de benadeelde partij ook voor dit deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren.
Dit brengt mee dat de benadeelde partij moet worden veroordeeld in de kosten die de verdachte tot aan deze uitspraak in verband met zijn verdediging tegen die vordering heeft moeten maken. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op nihil.
[benadeelde partij 4]
De vordering is namens de verdachte niet gemotiveerd betwist en door de benadeelde partij voldoende onderbouwd. Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan dan ook worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het onder 3 bewezen verklaarde feit, ter grootte van het gevorderde bedrag. De rechtbank zal de vordering daarom toewijzen tot een bedrag van € 264,70. De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 26 februari 2023, de laatste dag van de pleegdatum.
Nu de vordering wordt toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op nihil. Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
De verdachte zal voor het onder 3 bewezen verklaarde strafbare feit worden veroordeeld en hij is daarom tegenover de benadeelde partij aansprakelijk voor schade die door dit feit aan haar is toegebracht. De rechtbank zal aan de verdachte de verplichting opleggen om aan de Staat te betalen een bedrag van € 264,70, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 26 februari 2023 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [benadeelde partij 4] .

8.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 45, 57 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

9.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.5. bewezen is verklaard, en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1:
poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
ten aanzien van feit 2:
poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
ten aanzien van feit 3:
poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
ten aanzien van feit 4:
poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
ten aanzien van feit 5:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (VIERENTWINTIG) MAANDEN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van die straf, groot
8 (ACHT) MAANDEN, niet zal worden ten uitvoer gelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op drie jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij de Reclassering Nederland, Bezuidenhoutseweg 179 te Den Haag op door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zolang deze de reclassering dat noodzakelijk acht;
- zich gedurende de proeftijd onder behandeling stelt van Humanitas Homerun of een soortgelijke instelling, op de tijden en plaatsen als door of namens die instelling aan te geven, waarbij de behandeling gericht zal zijn op het onderzoeken van de mogelijkheden van zinvolle dagbesteding en het bevorderen van de zelfstandigheid;
- gedurende de proeftijd meewerkt aan het aflossen van schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. De veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
geeft opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden. Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen.
de vordering van de [benadeelde partij 6]
bepaalt dat de [benadeelde partij 6] niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen die vordering gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
de vordering van de [benadeelde partij 4]
wijst de vordering tot schadevergoeding van de [benadeelde partij 4] toe tot een bedrag van € 264,70, bestaande uit materiële schade, en veroordeelt de verdachte om dit bedrag vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 26 februari 2023 tot de dag waarop deze vordering is betaald, te betalen aan [benadeelde partij 4] ;
legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 264,70 vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 26 februari 2023 tot de dag waarop dit bedrag is betaald, ten behoeve van [benadeelde partij 4] ;
bepaalt dat, als de verdachte niet het volledige bedrag betaalt en/of niet het volledige bedrag op hem kan worden verhaald, gijzeling zal worden toegepast voor de duur van 5 dagen. Het toepassen van gijzeling ontslaat de verdachte niet van zijn betalingsverplichting aan de Staat;
bepaalt dat als de verdachte de toegewezen schadevergoeding deels of geheel aan de benadeelde partij heeft betaald, de verdachte niet verplicht is om dat deel te betalen aan de Staat en dat als de verdachte het toegewezen bedrag deels of geheel aan de Staat heeft betaald, de verdachte niet verplicht is om dat deel aan de benadeelde partij te betalen;
veroordeelt de verdachte in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Dit vonnis is gewezen door
mr. M. Garabitian, voorzitter,
mr. L.C. Bannink, rechter,
mr. J.R.K.A.M. Waasdorp, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. E.A. van Beelen, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 11 september 2023.