ECLI:NL:RBDHA:2023:1359
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bewaring en zicht op uitzetting naar Marokko in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 februari 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van eiser, die van Marokkaanse nationaliteit is. Eiser had eerder, op 30 november 2022, een maatregel van bewaring opgelegd gekregen op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Deze maatregel was eerder al door de rechtbank getoetst en als rechtmatig beoordeeld in een uitspraak van 16 december 2022. Eiser heeft op 23 januari 2023 beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding.
De rechtbank heeft het beroep op 6 februari 2023 behandeld, waarbij eiser zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring rechtmatig is, omdat verweerder voldoende voortvarendheid heeft getoond in de uitzettingsprocedure. Verweerder heeft op 7 december 2022 een lp-aanvraag naar de Marokkaanse autoriteiten verzonden en heeft regelmatig gerappelleerd. De rechtbank concludeert dat er zicht op uitzetting naar Marokko bestaat, mede op basis van eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 7 februari 2023 en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.