ECLI:NL:RBDHA:2023:13447
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Libanese eiser wegens ongeloofwaardige verklaringen over problemen met Hezbollah
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Libanese eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om zijn asielaanvraag af te wijzen als kennelijk ongegrond. De eiser, geboren in 1994, heeft op 19 juni 2023 asiel aangevraagd, omdat hij vreest voor vervolging door Hezbollah na deelname aan protesten tegen deze organisatie. De rechtbank heeft de zaak op 25 juli 2023 behandeld, waarbij zowel de eiser als zijn gemachtigde en de gemachtigde van de verweerder aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris de identiteit en nationaliteit van de eiser geloofwaardig acht, maar de problemen die hij stelt te hebben met Hezbollah ongeloofwaardig vindt. De rechtbank stelt vast dat de eiser geen actieve rol heeft gespeeld in de protesten en dat zijn uitlatingen niet voldoende aandacht hebben gekregen om negatieve belangstelling van Hezbollah te rechtvaardigen. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris op goede gronden heeft geconcludeerd dat de eiser geen reële vrees heeft voor vervolging bij terugkeer naar Libanon.
De rechtbank wijst erop dat de eiser zijn paspoort opzettelijk heeft vernietigd om in een gunstigere positie te komen, wat ook bijdraagt aan de afwijzing van zijn asielaanvraag. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de beslissing van de staatssecretaris om de asielaanvraag als kennelijk ongegrond te beschouwen. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.