ECLI:NL:RBDHA:2023:13445
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Invordering van een dwangsom wegens niet vergunde onzelfstandige bewoning en functioneel daderschap
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 augustus 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. S. van der Eijk, en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, vertegenwoordigd door mr. T.M.T. Konings. Eiseres is eigenaar van een woning in Den Haag en heeft een dwangsom van € 7000,- opgelegd gekregen vanwege niet vergunde onzelfstandige bewoning. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, omdat zij niet heeft voldaan aan de last onder dwangsom die op 2 december 2021 was opgelegd. Eiseres had geen rechtsmiddelen aangewend tegen deze last en de rechtbank oordeelde dat zij als functioneel dader kon worden aangemerkt, omdat zij beschikkingsmacht had over de woning en onvoldoende maatregelen had genomen om overbewoning te voorkomen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat bij een controle op 24 maart 2022 acht personen in de woning woonden, wat in strijd was met de geldende huisvestingswetgeving. Eiseres heeft niet aangetoond dat deze personen deel uitmaakten van een duurzaam gezamenlijk huishouden. De rechtbank oordeelde dat de bevindingen van de handhavingsinspecteur voldoende waren om de overtreding vast te stellen en dat verweerder op goede gronden de dwangsom heeft ingevorderd. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft de uitspraak openbaar gedaan.