ECLI:NL:RBDHA:2023:13434

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 juli 2023
Publicatiedatum
6 september 2023
Zaaknummer
NL23.15143
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Indiase eiser wegens kennelijk ongegrond verklaarde beroepsgronden

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 juli 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Indiase nationaliteit, had asiel aangevraagd in Nederland na rechtmatig verblijf in Oekraïne. Hij stelde dat hij na 4 september 2023 niet terug kan naar India vanwege problemen met de RSS-organisatie, die in 2017 zijn vader bedreigde. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond, omdat de rechtbank de identiteit en herkomst van eiser geloofwaardig achtte, maar niet de gestelde problemen met de RSS-organisatie. Eiser had niet aannemelijk gemaakt dat hij de bescherming van de Indiase autoriteiten niet kan inroepen en had bovendien niet direct asiel aangevraagd na zijn vertrek uit Oekraïne.

De rechtbank heeft het beroep van eiser op 20 juni 2023 behandeld, waarbij beide partijen zich lieten vertegenwoordigen door gemachtigden. Eiser voerde aan dat de afwijzing van zijn aanvraag onterecht was, omdat hij geen documenten kon overleggen ter ondersteuning van zijn verklaringen. De rechtbank oordeelde echter dat de beroepsgronden van eiser een herhaling waren van zijn eerdere zienswijze en dat verweerder afdoende op deze argumenten had gereageerd. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat verweerder geen proceskosten hoefde te vergoeden. De uitspraak werd openbaar gemaakt en er is een mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na bekendmaking.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.15143

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], eiser,

v-nummer: [v-nummer]
(gemachtigde: mr. E. Stap),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. S.F. Franca).

ProcesverloopBij besluit van 16 mei 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder eisers aanvraag om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen als kennelijk ongegrond.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 20 juni 2023 op zitting behandeld. Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.

Overwegingen

Waar gaat deze zaak over
1. Eiser is geboren op [geboortedag] 1997 en in het bezit van de Indiase nationaliteit. Eiser had rechtmatig verblijf in Oekraïne, omdat hij daar studeerde. Na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne heeft hij op 12 juli 2022 in Nederland asiel aangevraagd. Tot 4 september 2023 heeft hij rechtmatig verblijf in Nederland onder de Richtlijn Tijdelijke Bescherming. [1]
2. Eiser stelt na 4 september 2023 niet terug te kunnen naar India, omdat hij problemen heeft met leden van de RSS-organisatie, een Hindoegroepering. Deze problemen zijn in 2017 ontstaan omdat eisers vader werd beschuldigd van het veranderen van zijn religie door zijn werk voor een Sikh-familie. De RSS-organisatie is naar deze familie gegaan met het verzoek zijn vader te ontslaan. Daarbij is iemand van de familie mishandeld en niet lang daarna is deze persoon overleden. Eiser heeft verklaard dat hij meerdere keren is bedreigd door verschillende leden van de RSS-organisatie en twee keer is mishandeld. Omdat eiser zich niet meer veilig voelde in India heeft hij een studievisum geregeld voor Oekraïne. Na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne heeft eisers vader hem laten weten dat het voor hem nog steeds niet veilig is in India en hij dus niet terug kan keren.
3. Verweerder heeft eisers asielaanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond. [2] Verweerder vindt eisers identiteit, nationaliteit en herkomst geloofwaardig, maar niet dat hij problemen heeft met de RSS-organisatie. Dit maakt dat India in zijn geval een veilig land van herkomst is. Volgens verweerder heeft eiser niet aannemelijk gemaakt dat hij de bescherming van de Indiase autoriteiten niet kan inroepen. Tot slot werpt verweerder eiser tegen dat hij niet direct om internationale bescherming heeft gevraagd na zijn vertrek uit Oekraïne. Eiser heeft in zowel Polen als Portugal meerdere dagen verbleven zonder in die landen asiel aan te vragen. Daar komt bij dat hij in mei 2022 in Nederland is aangekomen om pas anderhalve maand later, op 12 juli 2022, een asielaanvraag in te dienen.
Waarom is eiser het niet eens met verweerder?
4. Eiser stelt dat verweerder ten onrechte zijn verklaringen over zijn problemen met de RSS-organisatie niet geloofwaardig vindt. Zo werpt verweerder hem ten onrechte tegen dat hij zijn relaas niet met documenten heeft onderbouwd. De overlijdensakte van de mishandelde man van de Sikh-familie, is enkel aan zijn familie verstrekt en de mishandeling was niet de directe oorzaak van zijn overlijden. De echo die gemaakt is nadat eiser is mishandeld, is verloren gegaan bij een verhuizing en wordt maar één keer verstrekt, zodat verweerder ook dit hem ten onrechte tegenwerpt. Andere verwondingen als gevolg van mishandelingen door de RSS-organisatie, zoals de aanval met een chemisch middel over zijn hand, heeft eiser niet door het ziekenhuis laten behandelen uit angst. De RSS-organisatie is namelijk overal. Verder is het niet bevreemdend dat eiser meeging met de personen die aan de deur kwamen, omdat het in India gebruikelijk is dat de politie aan de deur komt. Doordat ze in burgerkleding waren, was het niet duidelijk dat het leden van de RSS-organisatie waren. Leden van de RSS-organisatie dragen vooral bij driloefeningen een uniform, dus ze zijn niet altijd herkenbaar. Dat zijn vader een Sikh-tatoeage op zijn hand heeft laten plaatsen is niet bevreemdend, omdat er op dat moment geen problemen waren tussen de Hindoe- en Sikh-gemeenschappen. Ook het feit dat zijn vader nog werkt voor de Sikh-familie is niet bevreemdend, omdat de familie altijd goed voor hem is geweest en hij met dit werk in zijn levensonderhoud voorziet. Verweerder heeft zijn aanvraag ten onrechte afgewezen als kennelijk ongegrond. India is in zijn geval geen veilig land van herkomst, omdat India zijn verdragsverplichtingen niet nakomt. Aangiften worden zonder bewijs niet in behandeling genomen. Tot slot werpt verweerder hem ten onrechte tegen dat hij niet direct asiel heeft aangevraagd, omdat hij niet wist dat hij asiel kon aanvragen in Polen, Portugal en Nederland.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
5. De rechtbank stelt vast dat de beroepsgronden een herhaling zijn van wat eiser in zijn zienswijze naar voren heeft gebracht tegen het voornemen van verweerder om zijn asielaanvraag af te wijzen. De beroepsgronden zijn bijna exact hetzelfde als de argumenten in zijn zienswijze tegen het voornemen. Naar het oordeel van de rechtbank is verweerder daar in het bestreden besluit afdoende en voldoende gemotiveerd op ingegaan. Wat eiser in beroep aanvoert is daarmee geen reactie op het bestreden besluit en biedt daarom geen grond voor vernietiging van het bestreden besluit. [3]
Wat is de conclusie van de rechtbank?
6. Het bovenstaande brengt de rechtbank tot het oordeel dat het beroep ongegrond is.
7. Verweerder hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D. Biever, rechter, in aanwezigheid van mr.R. Kroes, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.

Voetnoten

1.Richtlijn 2001/55/EG.
2.Zie artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder b en h, en artikel 31, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000.
3.Zie de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 6 oktober 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:2710, r.o. 5).