ECLI:NL:RBDHA:2023:13296
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag
In deze zaak heeft eiser, geboren op een onbekende datum en van Jemenitische nationaliteit, op 11 augustus 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 30 augustus 2022 niet-ontvankelijk verklaard. Eiser heeft hiertegen op 7 september 2022 beroep ingesteld. Op 21 december 2022 heeft de staatssecretaris het eerdere besluit ingetrokken en medegedeeld dat er zo spoedig mogelijk een nieuw besluit zou volgen. Eiser heeft op 15 februari 2023 verweerder in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op zijn aanvraag en heeft op 8 maart 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit, zoals bepaald in artikel 6:2 van de Awb. Eiser heeft zijn aanvraag op 11 augustus 2022 ingediend, en de wettelijke beslistermijn van zes maanden eindigde op 11 februari 2023. Echter, de staatssecretaris heeft de beslistermijn met negen maanden verlengd vanwege een grote instroom van asielaanvragen, zoals toegestaan onder artikel 42 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
De rechtbank heeft eerder in een andere uitspraak geoordeeld dat de staatssecretaris voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake was van een situatie die een verlenging van de beslistermijn rechtvaardigde. Aangezien de verlenging rechtsgeldig was, was de ingebrekestelling van eiser prematuur. Hierdoor voldoet het beroep niet aan de vereisten voor het indienen van een beroep tegen het niet tijdig beslissen, zoals beschreven in artikel 6:12, tweede lid, van de Awb. De rechtbank heeft daarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.