ECLI:NL:RBDHA:2023:13045
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de niet-ontvankelijkheid van een asielaanvraag en toepassing van artikel 64 Vreemdelingenwet
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 1 september 2023, is de aanvraag van eiseres om toepassing van artikel 64 van de Vreemdelingenwet (Vw) afgewezen. Eiseres, van Nigeriaanse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor uitstel van vertrek, maar de rechtbank oordeelde dat zij geen procesbelang meer had bij de beoordeling van haar beroep. Dit kwam voort uit het feit dat de gemachtigde van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ter zitting had bevestigd dat eiseres niet naar Italië zou worden overgedragen en dat zij in de nationale procedure was opgenomen. Eiseres geniet rechtmatig verblijf in Nederland en is niet langer bedreigd met uitzetting.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de eerdere besluiten van de Staatssecretaris, waaronder het primaire besluit van 1 september 2022 en het bestreden besluit van 18 april 2023, niet voldoende onderbouwd waren om de aanvraag van eiseres af te wijzen. Eiseres had een medisch dossier overgelegd, maar de rechtbank oordeelde dat dit dossier niet aantoonde dat Nederland het meest aangewezen land was voor haar medische behandeling. De rechtbank concludeerde dat eiseres geen belang meer had bij de beoordeling van haar beroep, waardoor het beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. De uitspraak is gedaan door rechter M. Munsterman, in aanwezigheid van griffier Y. van Wijk, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.