Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.[eiser 1] te [plaats 1] ,
1.De procedure
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 14;
- het tussenvonnis van 26 april 2023 waarin een mondelinge behandeling is gelast;
2.De feiten
het bespreken en voorbereiden van een samenlevingsovereenkomst” en “
het bespreken en voorbereiden van testamenten”.
3.De vordering
4.De beoordeling
nu je duidelijk aangegeven hebt de echtscheidingsprocedure niet stop te willen zetten, laat je mij geen andere keus dan via deze weg mijn persoonlijke eigendommen die op de (…)staan op te eisen’. Op 10 februari 2022, nadat [naam 2] een bezoek aan [gedaagde] heeft gebracht, heeft [naam 2] per whatsappbericht aan haar advocaat bovendien geschreven dat ‘de echtscheidingsprocedure gewoon zal doorgaan zoals aanvankelijk ingezet’. Volgens [gedaagde] is [naam 2] ook in maart 2022 nog naar [plaats 2] afgereisd om hem te bezoeken. In het bijzijn van [gedaagde] zou zij haar advocaat hebben gebeld om de procedure stop te zetten. [eisers] betwisten dat [naam 2] in maart 2022 naar [plaats 2] is gereisd, omdat [naam 2] op dat moment herstellende was van de operatie aan haar nier en [eiser 1] indertijd bovendien altijd bij haar zou zijn geweest. Wat hier ook van zij, niet in geschil is dat [gedaagde] in april 2022 uiteindelijk al zijn achtergebleven eigendommen uit het huis van [naam 2] heeft opgehaald. Met [eisers] is de rechtbank van oordeel dat [naam 2] en [gedaagde] daarmee ook feitelijk uitvoering aan de echtscheiding hebben gegeven. Eind april 2022 is de echtscheiding vervolgens daadwerkelijk uitgesproken. Niet gebleken is dat [naam 2] nog heeft getwijfeld over het laten inschrijven van deze uitspraak in het daartoe bestemde register, ook niet naar aanleiding van de e-mail van mr. Vlassenroot van 2 mei 2022 aan [naam 2] dat hij het zal laten weten als de inschrijving heeft plaatsgevonden. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [naam 1] op dit punt verklaard dat [naam 2] duidelijk erg opgelucht was dat de echtscheiding was uitgesproken, omdat, zo verklaarde ook mr. Vlassenroot tijdens de mondelinge behandeling, zij erg bang was geweest dat [gedaagde] de scheiding zou frustreren. Gelet op dit alles valt niet in te zien waarom [naam 2] in ieder geval vanaf dit moment niet over zou zijn gegaan tot het laten passeren van het testament, had zij inderdaad geweten dat dit nog moest gebeuren.