In deze zaak hebben eisers op 31 augustus 2022 een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) als familie- of gezinsleden bij een referent in het kader van nareis. Op 18 mei 2023 hebben eisers verweerder in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op hun aanvraag. Vervolgens hebben zij op 23 juni 2023 beroep ingesteld tegen het uitblijven van een besluit. Verweerder heeft op 5 juli 2023 een verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de wettelijke beslistermijn van 90 dagen is overschreden en dat eisers rechtsgeldig in gebreke hebben gesteld. Hierdoor is het beroep kennelijk gegrond verklaard. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak alsnog een besluit op de aanvraag bekend te maken, met de mogelijkheid van een verlenging tot twintig weken indien nader onderzoek nodig is. Tevens is een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. De rechtbank heeft ook de hoogte van de verbeurde dwangsom vastgesteld op € 1.442,- en verweerder veroordeeld in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 418,50.