ECLI:NL:RBDHA:2023:12826

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 augustus 2023
Publicatiedatum
28 augustus 2023
Zaaknummer
NL23.17925 en NL23.17926
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag en verzoek om voorlopige voorziening

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De voorzieningenrechter behandelt tevens het verzoek om een voorlopige voorziening van eiser. Verweerder, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft de aanvraag op 19 juni 2023 niet in behandeling genomen, omdat Zwitserland verantwoordelijk is voor de asielaanvraag van eiser. Eiser, geboren in 1996 en van Algerijnse nationaliteit, heeft op 21 april 2023 asiel aangevraagd in Nederland, maar uit Eurodac blijkt dat hij eerder een asielaanvraag in Zwitserland heeft gedaan. Eiser betoogt dat hij bij overdracht aan Zwitserland blootgesteld zal worden aan onmenselijke of vernederende behandeling, en verwijst naar rapporten van Amnesty International en InfoMigrants om zijn standpunt te onderbouwen.

De rechtbank overweegt dat eiser met onbekende bestemming is vertrokken en geen contact meer heeft met zijn gemachtigde. Dit leidt de rechtbank tot de conclusie dat eiser geen procesbelang meer heeft bij de beoordeling van zijn beroep. De rechtbank verklaart het beroep kennelijk niet-ontvankelijk en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af. De uitspraak is gedaan door mr. M. van Nooijen, in aanwezigheid van mr. M.C. Bakker, griffier, en is openbaar gemaakt. Eiser kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift indienen als hij het niet eens is met de uitspraak op het beroep.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummers: NL23.17925 en NL23.17926
uitspraak van de enkelvoudige kamer en de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[eiser/verzoeker], eiser/verzoeker (hierna: eiser)

V-nummer: [v-nummer]
(gemachtigde: mr. F.S. Boedhoe),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De voorzieningenrechter beoordeelt in deze uitspraak het verzoek om een voorlopige voorziening van eiser. Verweerder heeft de aanvraag met het bestreden besluit van 19 juni 2023 niet in behandeling genomen omdat Zwitserland verantwoordelijk is voor de aanvraag.
1.1.
De rechtbank houdt in deze zaak geen zitting. Het beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening zijn namelijk kennelijk niet-ontvankelijk. [1] Hieronder legt de rechtbank dit uit.

Beoordeling door de rechtbank

Waar gaat deze zaak over?
2. Eiser stelt te zijn geboren op [geboortedag] 1996 en de Algerijnse nationaliteit te hebben. Op 21 april 2023 heeft eiser asiel aangevraagd in Nederland. Uit Eurodac is gebleken dat eiser eerder een asielaanvraag heeft gedaan in Zwitserland. Volgens verweerder is Zwitserland daarom verantwoordelijk voor eisers asielaanvraag. Verweerder heeft eisers asielaanvraag daarom niet in behandeling genomen. [2]
Waarom is eiser het niet eens met het bestreden besluit?
3. Eiser meent dat hij bij overdracht aan Zwitserland blootgesteld zal worden aan een onmenselijke of vernederende behandeling in de zin van artikel 4 van het Handvest. [3] Eiser verwijst hiervoor naar het arrest Jawo. [4] Verweerder gaat ten onrechte uit van het interstatelijk vertrouwensbeginsel en legt de bewijslast ten onrechte bij eiser. Eiser vindt dat verweerder nader onderzoek moet doen naar de actuele situatie van Dublinclaimanten in Zwitserland. In Zwitserland is racisme een groot probleem. Ter onderbouwing hiervan heeft eiser verwezen naar een rapport van Amnesty International [5] en een rapport van InfoMigrants. [6] Eiser is hier zelf ook slachtoffer van geworden. Ook heeft hij verschillende medische klachten waarvoor hij in Zwitserland niet (tijdig) de benodigde hulp heeft ontvangen. Eiser zal in Zwitserland niet de mogelijkheid hebben om te klagen over eventuele schendingen en problemen. Daarnaast heeft verweerder ten onrechte overwogen dat de Zwitserse autoriteiten met het claimakkoord hebben gegarandeerd eisers asielaanvraag in behandeling te nemen, nu dit niet blijkt uit het claimakkoord.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
4. De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of eiser nog procesbelang heeft bij zijn beroep. Op 19 juli 2023 heeft verweerder aan de rechtbank laten weten dat eiser met onbekende bestemming is vertrokken zonder aan verweerder te laten weten waar hij verblijft. Uit vaste rechtspraak van de hoogste bestuursrechter volgt dat er in dat geval in beginsel vanuit gegaan mag worden dat de vreemdeling niet langer prijs stelt op de door hem gezochte bescherming. [7] Dat is alleen anders als een vreemdeling laat weten nog contact te onderhouden met zijn gemachtigde. Op 3 augustus 2023 heeft eisers gemachtigde laten weten geen contact meer te hebben gehad met eiser sinds het bericht dat eiser met onbekende bestemming is vertrokken. Hieruit leidt de rechtbank af dat eiser geen prijs meer stelt op de door hem gezochte bescherming in Nederland en daarom geen procesbelang (meer) heeft bij de beoordeling van zijn beroep.

Conclusie en gevolgen

5. Gelet op het voorgaande is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk. Nu er uitspraak is gedaan in het beroep en er niet langer sprake is van connexiteit, [8] wordt het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard.
6. Verweerder hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
De voorzieningenrechter verklaart het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. van Nooijen, (voorzieningen)rechter, in aanwezigheid van mr. M.C. Bakker, griffier.
De beslissing is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak op het beroep, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.
Tegen de uitspraak op het verzoek om een voorlopige voorziening staat geen rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 8:54, eerste lid, aanhef en onder c, en artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Op grond van artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
3.Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.
4.Arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 19 maart 2019, C-163/17, ECLI:EU:C:2019:218.
5.Amnesty International, ‘Switzerland: Amnesty International sounds the alarm and urges action to put an end to human rights violations in federal asylum centres’, 19 mei 2021, url: https://www.amnesty.org/en/latest/news/2021/05/switzerland-amnesty-international-sounds-the-alarm-and-urges-action-to-put-an-end-to-human-rights-violations-in-federal-asylum-centres/.
6.InfoMigrants, ‘Switzerland: People of African descent face ‘systemic racism’, UN experts, 6 oktober 2022, url: https://www.infomigrants.net/en/post/43817/switzerland-people-of-african-descent-face-systemic-racism-un-experts.
7.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 22 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:579.
8.Op grond van artikel 8:81 en 8:83, derde lid, van de Awb.