ECLI:NL:RBDHA:2023:12764
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de niet in behandeling name van een asielaanvraag op basis van de Dublinverordening
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag met het bestreden besluit van 17 juli 2023 niet in behandeling genomen, omdat Oostenrijk verantwoordelijk is voor de aanvraag. De rechtbank heeft de zaak op 8 augustus 2023 behandeld, waarbij eiser, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris op goede gronden de aanvraag niet in behandeling heeft genomen. Volgens de Dublinverordening is Nederland niet verantwoordelijk voor de asielaanvraag, omdat Oostenrijk als lidstaat is aangewezen om de aanvraag te behandelen. Eiser heeft aangevoerd dat hij in Oostenrijk een reëel risico loopt op onmenselijke of vernederende behandeling, maar de rechtbank stelt vast dat eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd om zijn claims te onderbouwen. De staatssecretaris mocht verwachten dat eiser zijn stellingen zou onderbouwen met documenten, wat hij niet heeft gedaan.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris voldoende heeft gemotiveerd waarom de aanvraag niet in behandeling is genomen en dat er geen gebreken zijn in de zorgvuldigheid of motivering van het besluit. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat hij geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt. De uitspraak is gedaan door mr. P.J.M. Mol en is openbaar gemaakt op 15 augustus 2023.