ECLI:NL:RBDHA:2023:12653
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van asielaanvraag en verantwoordelijkheidskwesties onder de Dublinverordening
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres tegen het niet in behandeling nemen van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 21 juni 2023 niet in behandeling genomen, omdat hij België verantwoordelijk acht voor de aanvraag. De rechtbank heeft het beroep op 25 juli 2023 behandeld, waarbij eiseres, haar gemachtigde en een tolk aanwezig waren.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat het niet in behandeling nemen van de aanvraag in stand blijft. De rechtbank legt uit dat de Europese Unie gezamenlijke regelgeving heeft over het in behandeling nemen van asielaanvragen, vastgelegd in de Dublinverordening. Aangezien Nederland een verzoek om terugname aan België heeft gedaan en dit verzoek door België is aanvaard, is België verantwoordelijk voor de behandeling van de asielaanvraag van eiseres.
Eiseres heeft aangevoerd dat zij in België geen opvang zal krijgen, maar de rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris op goede gronden heeft geoordeeld dat de aanvraag buiten behandeling kon worden gesteld. De rechtbank wijst erop dat eiseres zelf heeft besloten om geen verdere pogingen te doen om zich eerder aan te melden in Ter Apel, en dat de staatssecretaris niet verplicht was om te oordelen dat er sprake was van bijzondere omstandigheden die het onredelijk bezwarend zouden maken om eiseres naar België over te dragen. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de aanvraag op goede gronden buiten behandeling heeft gesteld en dat het beroep ongegrond is.