ECLI:NL:RBDHA:2023:1255

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 januari 2023
Publicatiedatum
7 februari 2023
Zaaknummer
C/09/642573 KG ZA 23/49
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van gedragsaanwijzing in kort geding door klimaatactivist tegen de Staat der Nederlanden

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 27 januari 2023 uitspraak gedaan in een kort geding dat was aangespannen door een klimaatactivist, lid van de internationale beweging Extinction Rebellion. De eiser was aangehouden op verdenking van opruiing en vernieling en had een gedragsaanwijzing opgelegd gekregen die hem verbood zich in de directe omgeving van de A12/Utrechtsebaan in Den Haag op te houden. De eiser vorderde in deze procedure de schorsing van de gedragsaanwijzing, omdat hij van plan was deel te nemen aan een klimaatdemonstratie op 28 januari 2023. De voorzieningenrechter oordeelde dat de gedragsaanwijzing niet onrechtmatig was en dat de inbreuk op de grondrechten van de eiser proportioneel was. De voorzieningenrechter benadrukte dat het demonstratierecht en de vrijheid van meningsuiting niet onbegrensd zijn en dat de gedragsaanwijzing was opgelegd om de openbare orde te waarborgen. De vordering van de eiser werd afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Team handel - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: C/09/642573 / KG ZA 23/49
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak in kort geding ter zitting van 27 januari 2023
in de zaak van
[eiser]te [woonplaats] ,
eiser,
advocaat mr. W.H. Jebbink te Amsterdam,
tegen:
de Staat der Nederlanden(Ministerie van Justitie en Veiligheid, meer in het bijzonder het Openbaar Ministerie, de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister voor Rechtsbescherming) te Den Haag,
gedaagde,
advocaat mr. A.Th.M. ten Broeke te Den Haag.
Partijen worden hierna respectievelijk aangeduid als ‘eiser’ en ‘de Staat’.
Aanwezig is mr. S.J. Hoekstra-van Vliet, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M.A. van Tuijl, griffier.
Tevens zijn aanwezig eiser met zijn advocaat en de advocaat van de Staat.
Nadat partijen hun standpunten hebben toegelicht, over en weer hebben gereageerd op de standpunten van de wederpartij en vragen van de voorzieningenrechter hebben beantwoord, heeft de voorzieningenrechter de zitting geschorst. Na hervatting van de zitting heeft de voorzieningenrechter met toepassing van artikel 30p van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) mondeling uitspraak gedaan. Deze luidt als volgt.

1.De gronden van de beslissing

1.1.
Eiser is een klimaatactivist en hij is lid van de internationale beweging Extinction Rebellion, die zich verzet tegen klimaatverandering en het verlies van biodiversiteit. Eiser neemt regelmatig deel aan door Extinction Rebellion georganiseerde klimaatdemonstraties.
1.2.
Op 19 januari 2023 is eiser aangehouden op verdenking van opruiing en vernieling. Samengevat wordt eiser verweten dat hij op sociale media heeft opgeroepen tot het belemmeren van het verkeer en/of een blokkade van de A12/Utrechtsebaan in Den Haag op 26 november 2022 en 28 januari 2023 en dat hij op 26 november 2022 en 21 december 2022 de leus ‘Stop fossiele subsidies’ heeft aangebracht op een muur (van de tunnelbak) langs de A12/Utrechtsebaan in Den Haag.
1.3.
Aan eiser is op 19 januari 2023 een gedragsaanwijzing ter beëindiging van ernstige overlast als bedoeld in artikel 509hh van het Wetboek van Strafvordering (Sv) opgelegd, hierna ‘de gedragsaanwijzing’. Deze gedragsaanwijzing houdt in dat eiser zich met ingang van 19 januari 2023 voor de duur van negentig dagen niet mag ophouden in de directe omgeving van de A12/Utrechtsebaan in Den Haag.
1.4.
Eiser heeft op 21 januari 2023 bij deze rechtbank beroep ingesteld tegen de gedragsaanwijzing. Aan eiser is meegedeeld dat dit beroep niet eerder dan op 31 januari 2023 door de raadkamer van de rechtbank Den Haag (hierna ‘de raadkamer’) kan worden behandeld.
1.5.
Op 28 januari 2023 zal een grote klimaatdemonstratie worden gehouden op de A12/Utrechtsebaan in Den Haag. Eiser stelt zich op het standpunt dat hij er belang bij heeft om bij die demonstratie aanwezig te kunnen zijn zonder het risico te lopen dat hij daarbij wordt aangehouden op grond van overtreding van de aan hem opgelegde gedragsaanwijzing. Volgens eiser is de gedragsaanwijzing onrechtmatig omdat daarmee inbreuk wordt gemaakt op zijn in de Grondwet en in internationale verdragen als het EVRM en het IVBPR vastgelegde recht op betoging en zijn vrijheid van meningsuiting en draagt de gedragsaanwijzing niet bij aan het voorkomen van de strafbare feiten waarvan eiser wordt verdacht. Ten slotte is eiser van mening dat niet de officier van justitie, maar de burgemeester op grond van de Grondwet en de Wet openbare manifestaties (Wom) bevoegd is om demonstraties te reguleren.
1.6.
Eiser vordert daarom in deze procedure om de Staat te gelasten de aan eiser opgelegde gedragsaanwijzing te schorsen, met veroordeling van de Staat in de proceskosten. De Staat voert verweer tegen het gevorderde.
1.7.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat het gevorderde niet voor toewijzing in aanmerking komt. Daartoe is het volgende redengevend.
1.8.
In dit kort geding moet worden beoordeeld of er aanleiding bestaat om de aan eiser opgelegde gedragsaanwijzing te schorsen. De voorzieningenrechter is van oordeel dat een eventuele schorsing, gelet op het voorlopige karakter van een voorziening in kort geding, in ieder geval niet langer kan duren dan tot 31 januari 2023, wanneer de raadkamer in het kader van het door eiser tegen de gedragsaanwijzing ingestelde beroep zal beoordelen of de gedragsaanwijzing in stand kan blijven. Daarbij gaat het in dit kort geding zoals gezegd om een voorlopige beslissing, waarbij, zo benadrukt de voorzieningenrechter, alleen de situatie van eiser met betrekking tot de aan hem opgelegde gedragsaanwijzing aan de orde is. Met dit vonnis wordt dan ook geen oordeel gegeven over de wijze waarop eiser is aangehouden of over de situatie van zes andere leden van Extinction Rebellion, die op 26 januari 2023 zijn aangehouden in verband met verdenking van het oproepen tot deelname aan het blokkeren van de A12/Utrechtsebaan in Den Haag op 28 januari 2023, en aan wie ook een gebiedsverbod is opgelegd.
1.9.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat in dit kort geding aan de hand van alle omstandigheden van het geval moet worden beoordeeld of in grote mate aannemelijk is dat de raadkamer tot opheffing van de gedragsaanwijzing zal overgaan. Alleen als dat zo is, is er immers plaats voor ingrijpen door de voorzieningenrechter. Daarbij zal onder meer worden getoetst of is voldaan aan de vereisten van artikel 509hh Sv, meer in het bijzonder of er ernstige bezwaren ter zake van een strafbaar feit bestaan, waardoor de openbare orde, gelet op de aard van het strafbare feit of de samenhang met andere strafbare feiten, dan wel de wijze waarop het strafbare feit is gepleegd, ernstig is verstoord en waarbij grote vrees voor herhaling bestaat en als dat zo is of de opgelegde gedragsaanwijzing ook proportioneel is. Daarnaast zal ook een belangenafweging worden gemaakt.
1.10.
De voorzieningenrechter neemt tot uitgangspunt dat het demonstratierecht en de vrijheid van meningsuiting weliswaar grondrechten zijn, maar dat deze niet onbegrensd zijn. In gevallen waarin een inbreuk op die grondrechten is voorzien bij wet en noodzakelijk is in een democratische samenleving, is deze gerechtvaardigd. De officier van justitie heeft eiser verweten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan strafbare feiten, te weten (a) opruiing tot het plegen van strafbare feiten, bestaande uit het blokkeren van de A12/Utrechtsebaan in Den Haag, waarbij de openbare orde ernstig wordt verstoord en wat gevaarlijke situaties tot gevolg heeft, en (b) vernieling door het bekladden van de wegkant van de A12 met de leus ‘Stop fossiele subsidies’, waarbij met betrekking tot beide strafbare feiten volgens de officier van justitie grote vrees voor herhaling bestaat.
1.11.
Eiser heeft zich op het standpunt gesteld dat het oproepen tot het deelnemen aan een vreedzame demonstratie, ook als deze bestaat uit het blokkeren van wegen, hoe dan ook niet kan worden aangemerkt als opruiing en dat dit oproepen daarom niet onder het bereik van artikel 509hh Sv valt. Van de zijde van de Staat is gemotiveerd aangevoerd dat dit wel het geval. De advocaten van beide partijen hebben op dit punt verwezen naar jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Uit deze jurisprudentie volgt dat het EHRM het recht op demonstratie weliswaar een groot goed vindt, maar dat het van oordeel is dat het blokkeren van een weg onder omstandigheden te ver kan gaan. Een voorbeeld van een zaak waarin het EHRM tot dit oordeel is gekomen is de zaak Kudrevićius en anderen tegen Litouwen (EHRM 15 oktober 2015, nr. 37553/05 (ECLI:CE:ECHR:2015:1015JUD003755305)). Daarmee is het, anders dan eiser kennelijk meent, niet op voorhand ondenkbaar dat de raadkamer tot het oordeel zal komen dat eiser zich schuldig heeft gemaakt aan opruiing door anderen op te roepen tot het blokkeren van de A12/Utrechtsebaan in Den Haag.
1.12.
In artikel 162 Sr is immers (samengevat) het blokkeren van de openbare weg strafbaar gesteld. Deze rechtbank heeft op 13 januari 2023 in een viertal strafzaken met betrekking tot in oktober 2021 door Extinction Rebellion opgeworpen wegblokkades geoordeeld, dat ook het treffen van voorbereidingshandelingen voor een wegblokkade strafbaar is, waarbij de rechtbank ook heeft geoordeeld dat voldaan is aan de vereisten voor een toelaatbare inbreuk op het demonstratierecht en de vrijheid van meningsuiting (rechtbank Den Haag 13 januari 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:174). Volgens de Staat hebben de opruiing en vernieling waarvan eiser wordt verdacht een duidelijke samenhang met het in artikel 162 Sr strafbaar gestelde feit van het blokkeren van wegen, heeft de opruiing een ernstig verstorend effect op de openbare orde en vormen het gevaarzettende en ontwrichtende karakter van de voorgenomen wegblokkade een rechtvaardiging voor de inbreuk op de aan eiser toekomende grondrechten, die gelet op het hiervoor genoemde oordeel van de rechtbank Den Haag waarschijnlijk tot een strafvervolging en een veroordeling zullen leiden. De Staat heeft hiermee naar het oordeel van de voorzieningenrechter terecht betoogd dat voorshands voldoende aannemelijk is dat de gedragsaanwijzing op 31 januari 2023 in stand zal blijven, omdat de raadkamer tot het oordeel zal komen dat het oproepen tot een wegblokkade betekent dat wordt opgeroepen tot het plegen van een strafbaar feit en daarmee dat sprake is van opruiing. Ook het bekladden van de muur langs de weg is strafbaar. Weliswaar heeft eiser zich op het standpunt gesteld dat het doel in dit geval de middelen heiligt en dat hij gemakkelijk te verwijderen waterafwasbare krijtspray heeft gebruikt, maar naar voorlopig oordeel heeft de Staat voldoende onderbouwd dat ook dit gedrag strafbaar is en dat aanzienlijke kosten moeten worden gemaakt om de teksten van de muren langs de A12/Utrechtsebaan in Den Haag te verwijderen. Eiser heeft de gedragingen die hem worden verweten bovendien erkend en hij heeft aangekondigd zijn gedrag te zullen herhalen op het moment dat de aangebrachte leuzen worden verwijderd. Verder heeft eiser erkend dat hij van plan is om op zaterdag 28 januari 2023 deel te nemen aan de klimaatdemonstratie, waarbij het voornemen bestaat om de A12/Utrechtsebaan in Den Haag te blokkeren. Daarmee is, zoals de Staat heeft aangevoerd, voldoende aannemelijk geworden dat het nemen van maatregelen aangewezen was om herhaling van het plegen van strafbare feiten te voorkomen, zodat de officier van justitie op grond van artikel 509hh Sv ter beëindiging van (dreigende) ernstige overlast in redelijkheid een gebiedsverbod heeft kunnen opleggen. In zoverre draagt de gedragsaanwijzing er aan bij dat eiser stopt met het plegen van de strafbare feiten waarvan hij wordt verdacht. Aan de bevoegdheid van de officier van justitie om in de gegeven omstandigheden een gedragsaanwijzing aan eiser op te leggen doet, anders dan eiser heeft gesteld, niet af dat de burgemeester op grond van de Grondwet en de Wom maatregelen kan nemen om demonstraties ordelijk te laten verlopen.
1.13.
Anders dan eiser heeft betoogd is gelet op het voorgaande van een onrechtmatige inbreuk op zijn recht om te demonstreren en op zijn vrijheid van meningsuiting geen sprake en de voorzieningenrechter is van oordeel dat de aan eiser opgelegde gedragsaanwijzing in de gegeven omstandigheden proportioneel is. Er zijn immers alternatieve locaties beschikbaar gesteld voor de klimaatdemonstratie op 28 januari 2023, waaronder het Malieveld, en de gemeente Den Haag heeft de leden van Extinction Rebellion uitgenodigd voor een gesprek om deze locaties te bespreken. Voor die alternatieve locatie(s) geldt het gebiedsverbod niet, zodat eiser de gelegenheid heeft daar te demonstreren. Daaraan doet niet af dat Extinction Rebellion van deze uitnodiging, in ieder geval voorafgaand aan de mondelinge behandeling van dit kort geding, geen gebruik heeft gemaakt en heeft vastgehouden aan het willen demonstreren door het blokkeren van de A12/Utrechtsebaan in Den Haag vanwege de ligging tussen de Tweede Kamer en het Ministerie van Economische Zaken. Anders dan eiser kennelijk meent kan van de burgemeester van de gemeente Den Haag niet worden geëist dat hij, nadat hij via de media kennis had genomen van de voorgenomen demonstratie op 28 januari 2023, eigener beweging maatregelen treft, door bijvoorbeeld het geheel afsluiten van de A12/Utrechtsebaan in Den Haag, om op die manier gevaarlijke situaties rondom de demonstratie te voorkomen. Bovendien zouden deze maatregelen niet meebrengen dat de voorshands aannemelijk geworden strafbaarheid aan het blokkeren van de weg komt te ontvallen.
1.14.
Tegen de achtergrond van het voorgaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat niet evident is dat de aan eiser opgelegde gedragsaanwijzing door de raadkamer zal worden opgeheven. Bij die stand van zaken is er, zoals al is overwogen, geen plaats voor ingrijpen door de voorzieningenrechter door het schorsen van de gedragsaanwijzing zoals door eiser is gevorderd.
1.15.
Een belangenafweging maakt het voorgaande niet anders. Volgens eiser kan het blokkeren van de A12 ‘geen kwaad’ en hebben wegblokkades in het verleden ook niet tot problemen geleid. De Staat heeft echter terecht naar voren gebracht dat zijn belang bij het voorlopig handhaven van de gedragsaanwijzing erin is gelegen om het plegen van strafbare feiten te voorkomen en om de openbare orde en de veiligheid van derden te beschermen. Dat belang weegt naar het oordeel van de voorzieningenrechter zwaarder dan het belang van eiser bij een schorsing van de gedragsaanwijzing om op 28 januari 2023 bij de demonstratie op/bij de A12/Utrechtsebaan in Den Haag aanwezig te kunnen zijn.
1.16.
De slotsom is dat de vordering van eiser wordt afgewezen. Eiser zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit geding.

2.De beslissing

De voorzieningenrechter:
2.1.
wijst het gevorderde af;
2.2.
veroordeelt eiser in de kosten van dit geding, tot dusver aan de zijde van de Staat begroot op € 1.692,--, waarvan € 1.016,-- aan salaris advocaat en € 676,-- aan griffierecht, in voorkomende gevallen te vermeerderen met btw;
2.3.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
WAARVAN PROCES-VERBAAL,
…………………………………. …………………………………
mr. M.A. van Tuijl mr. S.J. Hoekstra-van Vliet