In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 8 augustus 2023, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. Eiser, vertegenwoordigd door mr. S.C. van Paridon, had beroep aangetekend tegen de maatregel van bewaring die hem was opgelegd op 19 juli 2023. De rechtbank behandelt het beroep en het verzoek om schadevergoeding in een zitting op 1 augustus 2023, waarbij zowel eiser als de gemachtigde van de staatssecretaris, mr. D.J. Tigelaar, aanwezig zijn.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris rechtmatig heeft gehandeld bij het opleggen van de maatregel van bewaring. Eiser betoogt dat de staatssecretaris onvoldoende voortvarend handelt bij de overdracht, maar de rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris binnen een redelijke termijn heeft gehandeld. De rechtbank wijst erop dat er op 21 juli 2023 een vertrekgesprek heeft plaatsgevonden, wat als een eerste uitzettingshandeling wordt beschouwd. De geplande overdracht op 26 juli 2023 werd geannuleerd door een incident waarbij eiser brand heeft gesticht in zijn cel. De rechtbank stelt vast dat de staatssecretaris adequaat heeft gereageerd door een nieuwe overdracht te plannen op 8 augustus 2023.
Uiteindelijk oordeelt de rechtbank dat het beroep ongegrond is en wijst het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen een week na bekendmaking.