ECLI:NL:RBDHA:2023:1230
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afkondiging van een afkoelingsperiode en afwijzing van een verzoek op basis van artikel 42a Faillissementswet
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 januari 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot afkondiging van een afkoelingsperiode van vier maanden en een verzoek op basis van artikel 42a van de Faillissementswet. De verzoeker, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, heeft op 5 december 2022 een startverklaring ingediend en verzocht om een afkoelingsperiode om een onderhands akkoord te kunnen voorbereiden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker in een toestand verkeert waarin het aannemelijk is dat zij insolvent zal raken, en dat een afkoelingsperiode noodzakelijk is om de onderneming voort te zetten en externe financiering te verkrijgen. De rechtbank heeft de afkoelingsperiode toegewezen, maar het verzoek op basis van artikel 42a Fw is afgewezen, omdat de gevraagde lening niet noodzakelijk was voor de voortzetting van de onderneming tijdens de voorbereiding van het akkoord. Tevens heeft de rechtbank ambtshalve een observator aangesteld om de belangen van de schuldeisers te waarborgen. De beslissing is openbaar uitgesproken en de kosten van de observator komen ten laste van de verzoeker.