Uitspraak
1.De procedure
2.De standpunten
2.De beoordeling
3.De beslissing
EK Infra Fiber and Electra B.V., voornoemd, in staat van faillissement;
advocaat te 'S-GRAVENHAGE;
Rechtbank Den Haag
Op 25 juli 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van EK Infra Fiber and Electra B.V., die door verzoeker in faillissement is verklaard. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. E.T. van den Hout, heeft een verzoekschrift ingediend tot faillietverklaring van de besloten vennootschap, omdat deze in de toestand verkeert te hebben opgehouden te betalen. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker een vordering heeft op verweerster, voortvloeiend uit een eerder vonnis van 4 mei 2022, dat uitvoerbaar bij voorraad is verklaard. Verweerster heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis, maar de rechtbank oordeelt dat dit geen schorsende werking heeft op de vordering van verzoeker. De rechtbank concludeert dat het vorderingsrecht van verzoeker summierlijk vaststaat en dat aan de voorwaarden voor faillietverklaring is voldaan.
Tijdens de zitting op 18 juli 2023 heeft verweerster, vertegenwoordigd door mr. E.M. Bosscher, betwist dat verzoeker over een vorderingsrecht beschikt, maar de rechtbank heeft deze stelling verworpen. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerster meerdere schuldeisers onbetaald laat en niet in staat is om de vordering van verzoeker volledig te voldoen. De rechtbank heeft ook de stelling van verweerster verworpen dat verzoeker misbruik van recht maakt door faillissement aan te vragen. De rechtbank heeft vervolgens besloten om EK Infra Fiber and Electra B.V. in staat van faillissement te verklaren en heeft mr. R.G.C. Veneman benoemd tot rechter-commissaris en mr. U.R.A. Koeze als curator aangesteld. De beslissing is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen acht dagen hoger beroep in te stellen.