Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1. [de Vereniging] , te [plaats 1] ,
2. [de Stichting] , te [plaats 1] ,
3. [eisende partij sub 3] , te [plaats 1] ,
1.[de Stichting II] , te [plaats 1] ,
2. [gedaagde sub 2] , te [plaats 2] ( [land] ),
3. [gedaagde sub 3] , te [plaats 3] ,
4. [Advocatenkantoor B.V.] , te [plaats 3] ,
1.De procedure
- de conclusie van antwoord van [de Stichting II] ;
- de conclusie van antwoord van [gedaagde sub 3] en [Advocatenkantoor B.V.] ;
- het tussenvonnis van 12 april 2023, waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Kribbebijter)). Tot de omstandigheden die in dit verband in aanmerking moeten worden genomen, behoort ook de voor de wederpartij kenbare hoedanigheid en de context waarin partijen optraden (HR 26 juni 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH9284). Ook gedragingen, verklaringen en andere omstandigheden, die hebben plaatsgevonden nadat de overeenkomst is gesloten, kunnen van belang zijn (HR 20 december 2019, ECLI:NL:HR: 2019:2034).
Haviltex)).