ECLI:NL:RBDHA:2023:12167
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en risico op ernstige schade bij terugkeer naar Haïti
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 augustus 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, geboren op Sint-Maarten en met de Haïtiaanse nationaliteit, heeft op 3 oktober 2020 een asielaanvraag ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag aanvankelijk afgewezen als kennelijk ongegrond, maar de rechtbank heeft deze afwijzing op 22 november 2021 vernietigd en de staatssecretaris opgedragen opnieuw te beslissen. Bij een nieuw besluit op 7 juli 2022 werd de aanvraag opnieuw afgewezen, ditmaal als ongegrond. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat hij bij terugkeer naar Haïti een reëel risico loopt op ernstige schade.
De rechtbank heeft de zaak op 2 augustus 2023 behandeld. Eiser heeft verklaard dat hij in 2017 slachtoffer is geworden van een gewapende overval op Sint-Maarten, waarbij hij ernstig gewond raakte. Hij vreest voor zijn leven bij terugkeer naar Sint-Maarten, omdat hij denkt dat de daders hem zullen vinden en vermoorden. De staatssecretaris heeft echter gesteld dat eiser geen reëel risico loopt op ernstige schade, zowel bij terugkeer naar Sint-Maarten als naar Haïti, en heeft de asielaanvraag opnieuw afgewezen.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de staatssecretaris onvoldoende heeft gemotiveerd dat eiser bij terugkeer naar Haïti geen reëel risico loopt op ernstige schade. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris de individuele omstandigheden van eiser en de algemene situatie in Haïti niet voldoende heeft betrokken in zijn beoordeling. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en de staatssecretaris opgedragen binnen acht weken een nieuw besluit te nemen, waarbij de rechtbank de staatssecretaris ook heeft veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.674,-.