ECLI:NL:RBDHA:2023:12120

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 augustus 2023
Publicatiedatum
14 augustus 2023
Zaaknummer
C/09/600042 / HA ZA 20-951
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van voormalig bestuurders voor faillissementstekort van de Hermelijntje groep

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 augustus 2023 uitspraak gedaan in een bodemprocedure betreffende de aansprakelijkheid van voormalig (feitelijk) bestuurders van de Hermelijntje groep voor het faillissementstekort. De curator, EBEL SEBASTIAAN EBELS Q.Q., heeft de voormalige bestuurders aangesproken op hun aansprakelijkheid voor de schulden van de failliete vennootschappen, waaronder Crèche Hermelijntje B.V. en aanverwante vennootschappen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de bestuurders [Naam01] en [Naam02] hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het faillissementstekort, terwijl de aansprakelijkheid van [Naam03] is gematigd tot nihil. De curator had ook een bestuursverbod gevorderd tegen [Naam03], maar deze vordering is ingetrokken tijdens de zitting. De rechtbank heeft de proceskosten aan de zijde van de curator begroot op € 3.641,13, die hoofdelijk door de aansprakelijke bestuurders moeten worden vergoed. In de vrijwaringszaak zijn de vorderingen van [de B.V. c.s.] afgewezen, en ook hier zijn de proceskosten aan de zijde van de gedaagde begroot op € 3.318. De rechtbank heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
Vonnis in hoofdzaak en vrijwaring van 9 augustus 2023
in de hoofdzaak met zaaknummer / rolnummer: C/09/600042 / HA ZA 20-951 van
EBEL SEBASTIAAN EBELS Q.Q.te Den Haag,
in hoedanigheid van curator in de faillissementen van:
Crèche Hermelijntje B.V.;
Crèche Hermelijntje III B.V.;
Crèche Hermelijntje IV B.V.;
Crèche Hermelijntje V B.V.;
Crèche Hermelijntje IX B.V.;
Crèche Hermelijntje X B.V.;
Crèche Hermelijntje XI B.V.;
Crèche Hermelijntje XII B.V.;
Crèche Activiteiten en Detachering B.V., voorheen handelend onder de naam Crèche Hermelijntje Personeelszaken B.V.;
eiser,
advocaat mr. R. Haouli te Den Haag,
tegen

1.[de B.V.]te [plaats 1],

2.
[Naam01]te [plaats 2],
3.
[Naam02]te [plaats 3], [land],
4.
[Naam03]te [plaats 4], [land],
gedaagden,
advocaat mr. P.E. Butterman LLM. te Breda en mr. C.A. Mascini te Breda,
en in de vrijwaringszaak met zaaknummer / rolnummer C/09/610083 / HA ZA 21-334 van

1.[de B.V.]te [plaats 1],

2.
[Naam01]te [plaats 2],
3.
[Naam02]te [plaats 3], [land],
4.
[Naam03]te [plaats 4], [land],
eisers,
advocaat mr. P.E. Butterman LLM. te Breda en mr. C.A. Mascini te Breda,
tegen
[gedaagde]te [plaats 5], gemeente [gemeente],
gedaagde,
advocaat mr. W.J. Nomen te Zoetermeer.
Eiser in de hoofdzaak wordt hierna de curator genoemd. De gefailleerde vennootschappen als voormeld (sub a tot en met i) worden hierna gezamenlijk ook de Hermelijntje groep genoemd, of de Hermelijntje vennootschappen. De vennootschap sub a wordt aangeduid als Hermelijntje I, de vennootschappen sub b tot en met h als Hermelijntje met daarachter het betreffende Romeinse cijfer en de vennootschap sub i met Hermelijntje PZ.
Gedaagden in de hoofdzaak en eisers in de vrijwaringszaak worden hierna gezamenlijk [de B.V. c.s.] genoemd en ieder afzonderlijk worden zij achtereenvolgens [de B.V.], [Naam01], [Naam02] en [Naam03] genoemd. Gedaagde in de vrijwaringszaak wordt hierna [gedaagde] genoemd.
[de B.V.] is tijdens de procedure failliet verklaard. Om die reden is op de rol van 7 april 2021 de procedure ten aanzien van [de B.V.] geschorst.

1.Inleiding

1.1.
Deze procedure betreft de vraag of de voormalig (feitelijk) bestuurders van de Hermelijntje groep aansprakelijk kunnen worden gehouden door de curator voor het faillissementstekort, dan wel voor de door de gezamenlijke crediteuren geleden schade. Verder is aan de orde of [Naam03] een bestuursverbod moet worden opgelegd.
1.2.
In het tussenvonnis heeft de rechtbank een aantal beslissingen genomen, informatie bij de curator opgevraagd en bepaald dat een (regie)zitting zal worden gehouden met de curator, [Naam03] en hun advocaten in verband met het gevorderde bestuursverbod. In dit eindvonnis komt zij tot een oordeel.

2.De procedure in de hoofdzaak

2.1.
Het procesdossier bestaat uit de volgende stukken:
- het tussenvonnis van 10 mei 2023 (hierna: het tussenvonnis) en de daarin genoemde gedingstukken;
- de akte uitlaten omtrent bestuursverbod van de curator, met producties 110 t/m 114.
2.2.
De voortzetting van de mondelinge behandeling met de curator, mr. Haouli en mr. Butterman heeft plaatsgevonden op 3 juli 2023. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat tijdens de zitting is besproken. Die aantekeningen zijn toegevoegd aan het griffiedossier.
2.3.
Ten slotte is een datum voor het wijzen van vonnis bepaald.

3.De procedure in de vrijwaringszaak

3.1.
Het procesdossier bestaat uit het tussenvonnis van 10 mei 2023 (hierna: het tussenvonnis) en de daarin genoemde gedingstukken.
3.2.
Ten slotte is een datum voor het wijzen van vonnis bepaald.

4.De verdere beoordeling

4.1.
De rechtbank neemt hetgeen zij in het tussenvonnis heeft overwogen hier over.
in de hoofdzaak
Bestuurdersaansprakelijkheid
4.2.
De rechtbank heeft in het tussenvonnis geoordeeld dat [Naam01] en [Naam02] hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het faillissementstekort van de Hermelijntje groep. [Naam03] is weliswaar ook aansprakelijk, maar de rechtbank ziet aanleiding het bedrag waarvoor hij aansprakelijk is te matigen tot nihil. De rechtbank zal de primaire vordering van de curator ten aanzien van [Naam01] en [Naam02] toewijzen en zal de zaak verwijzen naar de schadestaatprocedure.
Vorderingen II en III
4.3.
Zoals de rechtbank in het tussenvonnis heeft overwogen hoeven deze vorderingen geen bespreking en beoordeling meer.
Bestuursverbod [Naam03] (vordering IV)
4.4.
Bij voormelde akte uitlaten omtrent bestuursverbod heeft de curator uittreksels uit het handelsregister overgelegd van de vier rechtspersonen waarvan [Naam03] (indirect) bestuurder is.
4.5.
Vervolgens heeft een (regie)zitting plaatsgevonden, waarbij de curator, mr. Haouli en mr. Butterman aanwezig waren. Tijdens deze zitting heeft de curator de vordering met betrekking tot het bestuursverbod ingetrokken, zodat deze vordering geen bespreking en behoordeling meer behoeft.
Proceskosten
4.6.
[Naam01], [Naam02] en [Naam03] zullen hoofdelijk, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld. De proceskosten aan de zijde van de curator worden tot op heden begroot op:
  • dagvaarding € 338,13
  • griffierecht € 937,00
- salaris advocaat
€ 2.366,00(2 punten x tarief IV à € 1.183)
totaal € 3.641,13
De over de proceskosten gevorderde rente zal als niet weersproken worden toegewezen op de wijze zoals in het dictum vermeld.
4.7.
Onder de proceskosten vallen ook de nakosten, die ook worden toegewezen als deze niet afzonderlijk zijn gevorderd. De nakosten worden begroot op het bedrag genoemd in het liquidatietarief civiel (per 1 februari 2023: € 173). In geval van betekening worden een extra bedrag aan salaris (per 1 februari 2023: € 90) en de explootkosten van betekening toegekend.
in de vrijwaringszaak
4.8.
In de vrijwaringszaak vorderen [de B.V. c.s.] kort gezegd dat [gedaagde] wordt veroordeeld tot betaling van datgene waartoe [de B.V. c.s.] als gedaagden in de hoofdzaak worden veroordeeld.
4.9.
Zoals de rechtbank in het tussenvonnis heeft geoordeeld zullen de vorderingen van [de B.V. c.s.] in de vrijwaringszaak worden afgewezen.
4.10.
[Naam01], [Naam02] en [Naam03] zullen hoofdelijk, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld. De proceskosten aan de zijde van [gedaagde] worden tot op heden begroot op:
- griffierecht € 952,00
- salaris advocaat
€ 2.366,00(2 punten x tarief IV à € 1.183)
totaal € 3.318,00

5.De beslissing

De rechtbank:
in de hoofdzaak
5.1.
veroordeelt [Naam01] en [Naam02] hoofdelijk om aan de curator te betalen de bedragen gelijk aan de gehele faillissementstekorten van:
 Crèche Hermelijntje B.V.;
 Crèche Hermelijntje III B.V.;
 Crèche Hermelijntje IV B.V.;
 Crèche Hermelijntje V B.V.;
 Crèche Hermelijntje IX B.V.;
 Crèche Hermelijntje X B.V.;
 Crèche Hermelijntje XI B.V.;
 Crèche Hermelijntje XII B.V.;
 Crèche Activiteiten en Detachering B.V., voorheen handelend onder de naam Crèche Hermelijntje Personeelszaken B.V.;
5.2.
bepaalt dat voor ieder van voormelde vennootschappen geldt dat het faillissementstekort bestaat uit alle schulden van de desbetreffende vennootschap, inclusief de algemene en bijzondere faillissementskosten, voor zover deze door vereffening van de overige baten niet kunnen worden voldaan, nader op te maken bij staat, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de faillissementsdatum van de desbetreffende vennootschap tot de dag van algehele voldoening;
5.3.
matigt het bedrag waarvoor [Naam03] aansprakelijk is tot nihil;
5.4.
veroordeelt [Naam01], [Naam02] en [Naam03] hoofdelijk in de kosten van deze procedure, aan de zijde van de curator begroot op 3.641,13, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten te rekenen vanaf 8 dagen na dagtekening van dit vonnis tot aan de dag van algehele voldoening van de proceskosten;
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.6.
begroot de nakosten op € 173 aan salaris advocaat, te vermeerderen met € 90 aan salaris advocaat en met de explootkosten als [Naam01], [Naam02] en [Naam03] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis hebben voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden;
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af;
in de vrijwaringszaak
5.8.
wijst de vorderingen af;
5.9.
veroordeelt [Naam01], [Naam02] en [Naam03] hoofdelijk in de kosten van deze procedure, aan de zijde van [gedaagde] begroot op € 3.318;
5.10.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Smeets en in het openbaar uitgesproken op 9 augustus 2023.