Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam] , eiser,
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 augustus 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een maatregel van bewaring opgelegd aan een Syrische eiser, die in Duitsland als statushouder verblijft. De maatregel van bewaring was opgelegd op grond van artikel 59, tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000, omdat de openbare orde dit vorderde en de noodzakelijke documenten voor terugkeer voorhanden waren of binnenkort beschikbaar zouden zijn. Eiser heeft tegen deze maatregel beroep ingesteld, waarbij hij tevens een verzoek om schadevergoeding indiende.
De rechtbank heeft de zaak op 11 augustus 2023 behandeld, waarbij eiser via telehoren aanwezig was vanuit het detentiecentrum in Rotterdam. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser rechtmatig verblijf in Duitsland heeft, maar dat hij in Nederland een asielaanvraag heeft ingediend. Eiser betoogde dat verweerder eerst een terugkeerbesluit moest nemen voordat hij kon worden verplicht Nederland te verlaten. De rechtbank oordeelde dat de voorwaarden voor de bewaring, zoals vastgesteld in eerdere jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie, zijn nageleefd.
De rechtbank concludeerde dat er voldoende zicht op uitzetting binnen afzienbare termijn bestaat en dat verweerder voldoende voortvarend aan de uitzetting werkt. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is gedaan door rechter N.M. van Waterschoot, in aanwezigheid van griffier R. de Boer, en is openbaar gemaakt via rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.