ECLI:NL:RBDHA:2023:12019

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 juli 2023
Publicatiedatum
11 augustus 2023
Zaaknummer
NL23.19521
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake verblijfsvergunning asiel door vertrek met onbekende bestemming

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 juli 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de aanvraag van eiser voor een verblijfsvergunning asiel. Eiser had op 4 juli 2023 een aanvraag ingediend, maar de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Spanje verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de asielaanvraag. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting van 18 juli 2023, waar de zaak samen met een andere werd behandeld. De rechtbank heeft de zaak onmiddellijk na de zitting behandeld en uitspraak gedaan.

De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep van eiser niet-ontvankelijk is. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat eiser op 18 mei 2023 met onbekende bestemming is vertrokken, zonder de staatssecretaris te informeren over zijn verblijfplaats. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser geen procesbelang meer heeft bij het beroep, aangezien er geen bewijs is dat hij nog contact heeft met zijn gemachtigde of dat hij nog prijs stelt op bescherming in Nederland. De rechtbank heeft daarom besloten het beroep niet inhoudelijk te beoordelen en heeft geen proceskostenvergoeding toegekend aan eiser.

De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze beslissing binnen een week na bekendmaking.

Uitspraak

proces-verbaal uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.19521
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser V-nummer: [V nummer]

(gemachtigde: mr. A.H. Hekman), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. R.P.G. van Bel).

Procesverloop

Bij besluit van 4 juli 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep, samen met de zaak NL23.19522, op 18 juli 2023 op zitting behandeld. Eiser is, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Overwegingen

1. De rechtbank geeft hiervoor de volgende motivering.
2. De rechtbank beantwoordt allereerst de vraag of eiser procesbelang heeft bij het beroep. De staatssecretaris heeft op 14 juli 2023 meegedeeld dat eiser volgens meldingen van de vreemdelingenpolitie op 18 mei 2023 met onbekende bestemming is vertrokken.
zaaknummer: NL23.19521
2
3. Uit vaste rechtspraak volgt dat, als de vreemdeling met onbekende bestemming vertrekt zonder aan de staatssecretaris te laten weten waar hij verblijft, er in beginsel van dient te worden uitgegaan dat hij kennelijk geen prijs meer stelt op de door hem gezochte bescherming in Nederland.1 Dit is slechts anders als een vreemdeling laat weten dat hij contact met zijn gemachtigde onderhoudt en dus nog prijsstelt op deze bescherming. Dit houdt in dat de gemachtigde weet dat een vreemdeling nog in Nederland verblijft, waar hij verblijft en met de vreemdeling contact heeft over de verdere voortgang van de procedure en de keuzes die in dit kader moeten worden gemaakt.
4. Op 14 juli 2023 heeft verweerder in zijn verweerschrift vermeld dat eiser met onbekende bestemming is vertrokken en dat daarom wordt verzocht om het niet- ontvankelijk verklaren van het beroep. Op 15 juli 2023 heeft de gemachtigde van eiser laten weten dat zij niet op de zitting aanwezig zullen zijn en zij verzoeken om op de stukken een uitspraak te doen. In deze mededeling is niet aangegeven dat eiser nog contact heeft met zijn gemachtigde en ook niet dat hij nog prijsstelt op deze bescherming. Gezien de hiervoor genoemde omstandigheden neemt de rechtbank aan dat eiser geen contact heeft met een gemachtigde en geen prijs meer stelt op een beslissing op zijn beroep op bescherming in Nederland. Eiser heeft daarom geen rechtens te beschermen belang bij een beoordeling van de rechtmatigheid van het bestreden besluit.
5. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk. De rechtbank beoordeelt de zaak niet inhoudelijk. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
7. Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om tegen de mondelinge uitspraak in hoger beroep te gaan op de hieronder omschreven wijze.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 18 juli 2023 door mr. J.J. Catsburg, rechter, in aanwezigheid van mr. M.A.W.M. Engels, griffier.
1 Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 22 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:579.
zaaknummer: NL23.19521
3
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
20 juli 2023

Documentcode: [Documentcode]

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking van dit proces-verbaal.