In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres, van Marokkaanse nationaliteit, heeft op 24 februari 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke op 6 juni 2023 als kennelijk ongegrond is afgewezen. De staatssecretaris heeft gesteld dat Marokko een veilig land is en dat eiseres geen gronden heeft aangevoerd die haar asielaanvraag zouden rechtvaardigen. Eiseres heeft echter aangevoerd dat zij en haar kinderen, die de Nederlandse nationaliteit hebben, onder erbarmelijke omstandigheden in Marokko zouden moeten leven na het overlijden van haar man, die hen financieel ondersteunde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres geen gronden van beroep heeft ingediend die aantonen dat Marokko voor haar geen veilig land is. Desondanks heeft de rechtbank geoordeeld dat de staatssecretaris niet alle relevante feiten en omstandigheden heeft meegewogen in de belangenafweging, met name de Nederlandse nationaliteit van de kinderen en het overlijden van hun vader. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het besluit van de staatssecretaris niet deugdelijk gemotiveerd is en heeft het bestreden besluit vernietigd. De staatssecretaris is opgedragen een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de uitspraak van de rechtbank. Eiseres heeft recht op een vergoeding van haar proceskosten, die door de staatssecretaris moet worden betaald.